1243
13 OKTOBER 1977
mogelijkheid om aan te geven in welke richting zij
het museum zich graag zou willen zien ontwikkelen.
We hebben dan ook in de commissie aan de wethouder
gevraagd de behandeling van dit voorstel uit te
stellen totdat de adviezen van de museumcommissie
zouden zijn uitgebracht en in behandeling zouden
kunnen worden genomen. We vonden dat de meest lo
gische afhandeling. De wethouder heeft daar tegen
over gesteld dat de aanvraag van het bestuur om
uitbreiding al geruime tijd, juist vanwege alle
onderzoekingen, is opgehouden. Naar zijn mening
valt er niet onder een uitbreiding uit te komen,
omdat in de reglementen is opgenomen dat het be
stuur minimaal uit zes leden moet bestaan.
Nadat we in de commissie hadden gezegd dit
een reëel argument te vinden, hebben we nadere in
formatie verzameld, op grond waarvan we het ermee
eens zijn dat het museumbestuur, dat nu met een te
gering aantal mensen werkt en volgens de stich
tingsakte niet eens besluiten kan nemen, wordt
aangevuld tot het minimaal noodzakelijke aantal
bestuursleden om besluiten te kunnen nemen en in
discussie te kunnen gaan over de toekomstige ad
viezen. Het gaat echter naar onze mening met het
oog op de realisering van een nieuw beleid ten
aanzien van het museum te ver bijna alle open be-
stuursplaatsen op te vullen, omdat op die manier
de mogelijkheden van de adviescommissie zouden
worden geblokkeerd.
We zouden het college willen vragen, ten be
hoeve van een goede afwikkeling van de verschil
lende naast elkaar verlopende processen, het voor
stel terug te nemen en een en ander nader te be
kijken als de adviezen van de eerder genomen com
missie zijn verschenen. Ik voeg hier nog aan toe
dat de commissie voor culturele zaken over dit
voorstel geen positief advies heeft uitgebracht
omdat het ter kennisneming op de agenda stond. Dat
is echter geen serieus bedoelde opmerking. In
ernst sprekend, kan ik mededelen dat wij overwegen,
afhankelijk van de reactie van de wethouder, in