13 OKTOBER 1977 1244 tweede termijn eventueel met een amendement te ko men. De heer GIELEN: Dit voorstel heeft bij ons in de fractie de nodige problemen opgeroepen. Zoals men weet maak ik met de heer Hendriksen deel uit van de onderzoekscommissie en het is inderdaad de vraag of het wel verantwoord is nu een aantal be stuursleden te benoementerwijl waarschijnlijk over enkele maanden de nota aan het college en wellicht ook aan de raad zal worden aangeboden, waarna vermoedelijk een discussie zal plaatsvinden. Tengevolge van persoonlijke omstandigheden van en kele leden van de onderzoekscommissie is de nota nog niet geheel gereed gekomen. Toch vinden wij dat de museumstichting een eigen verantwoordelijk heid heeft en tot eigen besluitvorming moet kunnen komen. Besluitvorming is echter al lange tijd niet meer mogelijk, aangezien het bestuur onderbezetting kent, een situatie waarin alleen verandering kan komen als men enige personen bereid vindt in het bestuur van de stichting zitting te nemen. De pro cedure voor dit gebeuren is ongeveer een jaar ge leden op gang gebracht, maar door allerlei omstan digheden komt het voorstel nu pas in de raad. Het is dan ook nogal bezwaarlijk de behandeling van het voorstel uit te stellen, zodat ik van mening ben dat de raad maar tot de benoeming moet over gaan, ervan uitgaande dat de nieuwe bestuursleden wellicht een nieuwe aanzet tot de opbloei van ons stedelijk museum kunnen geven. Ik heb begrepen dat de heer Hendriksen een amendement zal indienen en ter bekorting van de vergadering kan ik, omdat hij mij dat heeft ver teld, mededelen wat de inhoud ervan zal zijn. De heer Hendriksen overweegt bij amendement voor te stellen slechts één bestuurslid te benoemen, maar mijn fractie zal daartoe niet bereid zijn; wij willen graag, zoals door het college is voorge steld, tot benoeming van drie bestuursleden komen. De VOORZITTER: Nu klapt u een beetje uit de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1244