1247 13 OKTOBER 1977 advies niet uit de voeten. Weliswaar kan men een beetje over het rapport praten, maar volgens de statuten kan men er geen enkel advies over uit brengen. Juist ten behoeve van de gewenste goede afwikkeling van zaken hoop ik dat er straks een goed rapport wordt uitgebracht en dat zowel het gemeentebestuur als het stichtingsbestuur daarbij kanttekeningen kan maken en er bepaalde besluit vormingsprocessen aan kan verbinden. Het moet mo gelijk zijn met een breed samengesteld gespreks forum vanuit het museum op de mat te komen. Wanneer in het rapport wordt geadviseerd tot wijziging van de bestuursstructuur of van de be heersstructuur, is het juist gewenst dat ik met een daartoe bevoegd bestuur over dergelijke voor stellen kan praten. Het lijkt mij niet goed als ik straks eenzijdig zelf moet beslissen in welke richting de voorstellen moeten gaan en als ik bij de beoordeling het forum van het stichtingsbe stuur mis. Alweer uitstellen vind ik geen goede afwerking van deze materie. Ik wil mij niet laten verleiden tot het uit spreken van een mening over een amendement dat nog moet worden ingediend. Op een vraag van de heer Van Asseldonk kan ik nog antwoorden dat er volgens artikel 3 van de reglementen in ieder ge val ten minste vijf en ten hoogste negen leden deel moeten uitmaken van het stichtingsbestuur. Binnen die grenzen wordt het aantal vastgesteld door burgemeester en wethouders, na overleg met het bestuur. Het stichtingsbestuur bestaat thans, afgezien van mgr. De Lepper, die door de bisschop is aangewezen, uit vier leden. In de praktijk be droeg het aantal door de raad benoemde leden steeds zes. In het voorstel wordt ervan uitgegaan dat dit aantal op zeven wordt gebracht. Er is dus nu inderdaad in uitbreiding van het aantal be stuursleden met één voorzien, juist om dat ge spreksforum breder te maken, opdat we de gewenste discussie kunnen aangaan. De heer HENDRIKSEN: Uit een oogpunt van snel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1247