1249
13 OKTOBER 1977
amendement ingediend1 Ik zal dit amendement for-
meel van hem overnemen misschien wil hij het
medeondertekenen en het aan het college over-
handigen.
Het verschil van mening tussen de heer Gielen
en mij, dat even ter sprake is gebracht, is mijns m
inziens niet zo groot. Het enige waarover we het
oneens zijn is het wegingsproces dat uiteindelijk
aan de orde komt, wanneer de vraag moet worden be
antwoord of de benoeming moet doorgaan of dat men
de adviescommissie niet in de wielen wil rijden. w
De eigen verantwoordelijkheid van het be- u
stuur willen we uiteraard niet aantasten. Die ver- d
antwoordelijkheid staat recht overeind, ook al z
zijn er op grond van de geschiedenis wel bepaalde z
aanmerkingen te maken. Wat wij willen is het ge- z
ven van een aanzet tot het nieuwe beleid, dat ook k
door de heer Gielen is bepleit. Ons amendement is
erop gericht daarvoor de ruimte open te houden. r
De VOORZITTER: De heer Hendriksen heeft een g
amendement ingediend dat tot strekking heeft dat d
in de negende regel van onderen van bijlage nr. t
356 de woorden "drie leden" worden vervangen door m
de woorden "één lid". Daarna wordt dan volstaan h
met de voordracht van de heren Pompe en Van Vlok- z
hoven. Het amendement houdt in dat de vervulling m
van de vacature van de heer Kuypers en de uitbrei- t
ding van het aantal bestuursleden uit het voorstel v
zouden moeten verdwijnen. z
v
Voldoende ondersteund zijnde maakt het amen-
dement van de heer Hendriksen mede onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer GIELEN: Op het amendement dat, zoals r
de heer Hendriksen zegt, door mij is "ingediend" u
en door hem is "overgenomen", wil ik in het kort c
als volgt reageren. Een jaar geleden is voor dege- z
nen die in het bestuur zouden moeten worden be
noemd, de procedure op gang gebracht. In de huidi- t
ge situatie, waarin de nota wellicht langer op i
1