1253
13 OKTOBER 1977
overleg met het bestuur. In de praktijk hebben
burgemeester en wethouders het aantal steeds op
zes bepaald. Dat is het criterium dat wij bij ons
handelen in acht nemen.
De heer HENDRIKSEN: Nee, in de stichtingsak
te wordt een aantal van vijf genoemd. Dat is het
criterium.
Wethouder SANDBERG: Burgemeester en wethou
ders stellen vast na overleg met het bestuur. U
moet dat in artikel 3 nog maar eens nalezen. Het
aantal door de raad te benoemen leden bedroeg tot
nu toe zes en wij stellen voor dit aantal met één
uit te breiden om niet bij de eerste de beste va
cature opnieuw in deze discussie terecht te komen.
Wij houden daaraan vast. Getalsmatig komen we met
het oog op de statuten niet in problemen wanneer
de uitbreiding met één lid achterwege blijft. Op
die manier ontstaat er namelijk in ieder geval een
stichtingsbestuur waarmee we zouden kunnen werken.
Onder de gegeven omstandighedenwetende dat er
drie mensen bereid zijn zitting te nemen, wetende
dat er een rapport op komst is dat mogelijkerwijs
een discussie over de beheers- en bestuursstruc
tuur op gang zal brengen en wetende dat de drie
betrokkenen bereid zijn die discussie aan te gaan,
stellen wij evenwel voor drie leden te benoemen.
Het spreekt dan ook vanzelf dat de aanvaarding van
het amendement van de zijde van het college wordt
afgeraden.
De heer VAN ASSELDONK: Ik zou om een korte
schorsing van de vergadering willen vragen.
De VOORZITTER: Aan dat verzoek zal worden
voldaan. Ik schors de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Wij
zullen gaan stemmen over het amendement-Hendriksen
waarbij békend is dat het college aantallen vast
stelt.