128 21 MAART 1977 P.v.d.A./P.P.R.volstrekt onaanvaardbaar acht. Dit geldt onder meer voor punt 7 van de motie waarin het college wordt verzocht het bouwrijp maken van de eerste woonbuurt in de Haagse Beemden te stoppen. Als wij daarmee akkoord zouden gaan, zouden wij in strijd met besluiten van de gemeen teraad van Breda handelen. Ik neem-voorts aan dat in punt 8 van de motie een fout staat, maar als het serieus is bedoeld, vind ik het hoogst merk waardig. Als de verklaring van geen bezwaar is ontvangen en als het krediet is goedgekeurd, moe ten we, aldus de motie, opnieuw met de raad gaan overleggen om afspraken te maken over de verdere aanpak van de activiteiten en voorzieningen in de Haagse Beemden. Mijnheer de voorzitter. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar als u een dergelijk besluit in strijd met de wet zou achten, zou ik mij dat kunnen voorstellen. Dit punt van de motie druist in tegen besluiten van de gemeenteraad van Breda en tegen de taakopdracht die dit college van de raad heeft gekregen. In deze context zijn de conclusies 7 en 8 voor het college volstrekt onaanvaardbaar. De heer GEENE: Ik wil eerst enige antwoorden geven op vragen die mij zijn gesteld door mevrouw Paulussen en de heer Crul. Ik geloof niet dat die vragen veel te maken hebben met het onderwerp dat vanavond aan de orde is, maar ik acht het van be'- tekenis er antwoord op te geven. De heer Van Dun heeft gezegd dat de "grote commissie" positief advies heeft uitgebracht en dat woensdag de be slissing in het college van gedeputeerde staten zal worden genomen. Wanneer dan mevrouw Paulussen heftig "ja" knikt, is zij kennelijk van deze si tuatie op de hoogte. Ik vraag mij dan ook af waar om zij nog de moeite van deze interpellatie doet. Ik vind het voorts eigenaardig dat de fede ratie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. die steeds in het openbaar vergadert, deze motie zo lang geheim heeft kunnen houden. Van de motie was

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 128