17 NOVEMBER 1977 1331 moeten toch meespelen in de hele standpuntbepaling. Dit betekent dat wij niet hard aan de doorstroming kunnen sleutelen, hoewel wij die ook aantrekkelijk proberen te maken door verhoging van premies. Mis schien kan een oplossing worden gevonden in de suggestie van mevrouw Muntjewerff, namelijk door het bouwen van woningen in de beschutte sfeer door de woningbouwverenigingen. Wij zullen moeten af wachten welke mogelijkheden dat biedt. Dit is een vrij nieuwe oekase van de minister, die ook met de woningbouwverenigingen is doorgesproken. Ik kan u zeggen dat er door de woningbouwverenigingen een redelijk aantal woningen in de beschutte sfeer in de Haagse Beemden zal worden gebouwd. Ik durf niet te voorspellen welke invloed dat zal hebben op de hele markt van vraag en aanbod, maar wij zullen dat proces wel moeten volgen. De heer Van Asseldonk heeft gezegd dat wij de vinger aan de pols moeten houden. Hij zal graag regelmatiger worden ingelicht. De heer Van Assel donk kan van mij en dus ook van het college ver wachten dat wijzo gauw wij de kans schoon zien met harde argumenten te komen, niets zullen nala ten om daarmee naar de raad te komen. Daarnaast kan ik toezeggen dat wij de raad ook regelmatig zullen informeren wanneer die argumenten niet kun nen worden gegeven. Ik meen dat de heer Van Asseldonk in zijn be toog één foutje heeft gemaakt. Hij heeft terloops even gewezen op de problematiek van de één- en tweepersoonshuishoudens, ten aanzien waarvan het Woningbureau initiatieven moet nemen. Ik laat er mij op dit moment niet toe verleiden om integraal in te gaan op de problematiek van de huisvesting van met name de probleemgevallen in Breda en even eens ga ik niet in op de problematiek van de één - en tweepersoonshuishoudens. De heer Van Asseldonk dient wél te weten dat het niet de taak van het Woningbureau alleen en zelfs niet in hoge mate is om te bouwen. U weet dat met name de sociale wo ningbouw een taak van de woningbouwverenigingen is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1331