17 NOVEMBER 1977
1337
meest optimale.
Wellicht ten overvloede wil ik nog zeggen dat
onze fractie het door u gestelde in de onderhavige
nota onderschrijft. Wij nemen die voor kennisge
ving aan.
Mevrouw KOEK-VAN MERKOM: Bij een vorige grens
wijziging heeft de N.V. Waterleidingmaatschappij
"Noord-West-Brabant" haar concessie behouden voor
het aan Breda toegevallen gebied. Dit vond het be
stuur van Breda een ongewenste situatie en daarom
heeft het vele besprekingen gevoerd om in onder
ling overleg een goede samenwerking tot stand te
brengen. Dit resultaat is niet bereikt daar geen
enkel zichzelf respecterend bedrijf zichzelf ge
deeltelijk wenst te liquideren. Het college heeft
mijns inziens een zeer wijs besluit genomen dat
inhoudt: niet verder meer praten en de bestaande
situatie voorlopig aanvaarden. Dat wil zeggen dat
een gedeelte van Breda water van het Enwa krijgt
en een ander gedeelte van de N.W.B. tegen hetzelf
de tarief dat in wezen door de N.W.B. wordt be
paald. Deze situatie wordt door het college niet
gewenst, maar het getuigt wel van realiteitszin
dat het erkent dat wij zijn uitgepraat en dat het
zich niet langer op sleeptouw wil laten nemen. Als
de situatie wezenlijk verandert, bijvoorbeeld door
ontwikkelingen met betrekking tot de Haagse Beem
den of door het ontstaan van andere ideeën over de
exploitatie van nutsbedrijven, mag ik er dan op
rekenen dat over dit onderwerp opnieuw wordt ge
sproken?
Wethouder SANDBERG: Ik meen dat ik hier niet
al te veel over behoef te zeggen, want de nota van
b. en w. spreekt voor zichzelf. De hele historie
sedert 1968 en het principe-besluit van 1969 zijn
door de Noord-West-Brabant omgedraaid en krijgen
een wat andere invalshoek. Dit heeft geleid tot het
inschakelen van een commissie van goede diensten,
wier advies bekend is. Sedertdien, dus sinds 1974
hebben collega Broeders en ik, die er in het bij-