21 MAART 1977 133 De heer TEN WOLDE: Aan het begin van deze vergadering heb ik betoogd dat naar onze mening de mogelijkheid tot het houden van een interpel latie aanwezig moet zijn. Wij vinden dat een raadslid daar recht op heeft. Aan de andere kant heeft de discussie mij teleurgesteld, aangezien de interpellatie geen ander doel blijkt te hebben gehad de heer Crul heeft het zojuist exact be vestigd dan het boven de Haagse Beemden uit tillen van een algemeen bestuurlijk belang. Wij zijn het met het college eens dat het algemeen bestuurlijk belang niet in het geding is geweest, zodat wij ons in de antwoorden van de wethouder kunnen vinden. Wat is het hoofdmotief geweest? De linkse fracties hebben betoogd dat de procedure ex arti kel 14 en de procedure ex artikel 19 niet juist zouden zijn geïnterpreteerd. De wethouder heeft er terecht op gewezen dat woningbouw in de Haagse Beemden een positieve ontwikkeling is. In dit verband stel ik vast dat de wet niet alleen een instrument ten behoeve van rechtszekerheid is, maar hoofdzakelijk wordt gebruikt om een negatie ve ontwikkeling te voorkomen. Er mag wel eens op worden gewezen dat ook via het politieke werk in deze raad inspraak tot stand komt en argumenten van de achterban tegen elkaar worden afgewogen, zodat besluitvorming in de raad zeker niet zo als de heer Crul en de linkse fracties suggereren als een ondemocratische procedure zou kunnen wordenbeschouwd In de raadsvergadering van 9 december hebben wij betoogd dat er voor de ontwikkeling van de Haagse Beemden een serieuze procedure was voorge steld. Op bestuurlijk gebied is haast geboden en naar onze mening mag de exacte interpretatie van procedures nooit bovengeschikt worden aan dingen die voor de gehele Bredase bevolking van belang zijn. De gang van zaken ten aanzien van het be stuurlijk belang en de financiële aspecten mag niet door procedures worden vertraagd. Mijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 133