17 NOVEMBER 1977
1345
stellen van een bedrag van 98.000,- voor de
aankoop van meubilair en planten ten behoeve
van het kantoorpand aan de kop van de Veemarkt
straat,
besluit:
het bedrag, genoemd in het concept-besluit, te
verlagen met 26.000,-."
De heer KOERTSHUISIk wil namens mijn frac
tie soortgelijke opmerkingen naar voren brengen
als die welke door de heer Oomen zijn gemaakt. On
der punt a is een bedrag van 42.000,- genoemd
dat de prijsstijgingen betreft. De prijsstijging
is in zeven a acht maanden nogal fors geweest en
ligt ver boven het gemiddelde. In de commissie is
hierover duidelijkheid verschaft en het is geble
ken dat het krediet van 373.000,-, waarmee het
college op 22 maart jongstleden naar de raad is
gegaan, op foutieve basis is berekend. Er was dus
op 22 maart duidelijk sprake van een onzorgvuldig
heid van het college.
In de tweede plaats wil ook ik iets zeggen
over het bedrag van 26.000,- voor het meubilair.
Het lijkt dat deze verhoging het gevolg is van een
gewijzigde keuze. Dat is mogelijk, maar de reden
daarvoor is voor ons minder aanvaardbaar. De mede
zeggenschapscommissie van de dienst oordeelde dat
in verband met de werkgelegenheid in Nederland het
aan te schaffen meubilair van Nederlands fabrikaat
moet zijn en niet van het oorspronkelijk geplande
en goedkopere Zweedse fabrikaat. Als hierbij het
aspect van kwaliteitsverbetering geen enkele rol
heeft gespeeld, hebben wij tegen deze prijsstij
ging op grond van de aangehaalde argumenten bij
zonder veel bezwaren. Graag zullen wij van het
college horen of het gewijzigde materiaal kwalita
tief niet beter is dan het oorspronkelijke. Pas na
het antwoord van het college zal ik mij persoon
lijk uitspreken over het amendement.
De heer VAN DONGEN: Ik schrik als ik iemand
hoor spreken over een prestige-object, dat hoog