17 NOVEMBER 1977 1347 en de mensen moesten worden ontvangen in een hou ten keet die toen op de Kloosterlaan stond. Wij hebben toen een oplossing gevonden in de vorm van een gedeeltelijke herinrichting aan de Houtmarkt en door het huren van een ruimte aan de Karnemelk- straat, die voor jaren voldoende zou zijn. Thans blijkt dat de visie die minstens tien jaar geleden op tafel is gelegd juist is geweest. De voorspel lingen met betrekking tot de te verwachten behoef te en omvang zijn allemaal uitgekomen en daarom heb ik achteraf wel gedacht: hadden we toen toch maar gebouwd, want dan hadden we voor 6 miljoen een gebouw gehad, terwijl dat op dit moment een aardige cent méér kost. Het laatste dat de heer Oomen moet doen is mijns inziens dan ook ons ver wijten dat wij aan een prestige-object werken. Het is gewoon bittere noodzaak dat wordt voorzien in nieuwe huisvesting voor de sociale dienst. Dat ge beurt niet voor mijn plezier, maar om de redenen die de heer Van Dongen al heeft aangegeven. Ik vind het langzamerhand toch wel wat te gortig wor den dat de mensen moeten worden ontvangen in een tochtige gang, die donker is, en in een oude school, die wel wat is opgelapt maar waar je alles hoort en waar de mensen niet rustig kunnen werken. Ik weet dat de Federatie van Fracties van het begin af aan tegen de huisvesting aan de kop van de Vee marktstraat is geweest, maar ik ben van mening dat dit een bitter noodzakelijk project is. Het is u bekend dat wij pogingen hebben aan gewend om dit gefinancierd te krijgen in het kader van de D.A.C.W. en om die reden moesten op een ge geven moment hals over kop bepaalde bedragen wor den uitgerekend. Er is toen ook een begroting ten aanzien van het meubilair gemaakt en dat is betrek kelijk simpel gegaan. Wij waren nog lang niet toe aan het bestellen of bekijken van de meubels en er is daarom een vrij vluchtige begroting gemaakt. Na tuurlijk werd een en ander in de loop der tijd steeds concreter en kon men de prijzen steeds nauw keuriger gaan aangeven. Toen in maart van dit jaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1347