17 NOVEMBER 1977 1355 Via het zogenaamde financiële kanaal zijn de ge meenten naar onze mening afdoende in staat te voor komen, dat het stadsgewest zich tegen hun wil ont wikkelt tot een vierde bestuurslaag. Het is immers onwaarschijnlijk dat de rijksbijdrage, die thans 30% van de kosten beloopt, ooit zoveel zal worden verhoogd dat een autonome groei mogelijk wordt. De koorden van de beurs blijven vast rusten in ge meentelijke hand. Naast de benarde financiële positie van de deelnemende gemeenten blijven er naar onze mening ook andere argumenten tegen uitbreiding van het takenpakket van het gewest. In de eerste plaats wordt het stadsgewest door ons gezien als een fase in de ontwikkeling naar een groter gewest of lie ver gezegd een provincie, waarvan het territoir het gehele grondgebied van West-Brabant omvat. Een sterke uitbouw, zowel qua activiteiten als qua ambtelijk apparaat, bemoeilijkt de inpassing van het stadsgewest in een groter geheel. Daarom moet in afwachting van het tot stand komen van de reor ganisatie van het binnenlands bestuur als uitgangs punt gelden een consolidatie van de huidige taken. In de tweede plaats betekent de toevoeging van nieuwe taken aan het stadsgewest een taakverzwa ring, niet alleen voor het secretariaat maar ook voor het dagelijks bestuur van het gewest, dat dan zou moeten worden omgevormd tot een gedeeltelijk of volledig full-time bestuur om het gevaar van verambtelijking van het bestuur, dat zich volgens het preadvies reeds nu duidelijk manifesteert, het hoofd te kunnen bieden. Het lijkt ons minder ge wenst dat een dergelijke reorganisatie zich zal voltrekken vooruitlopend op een aanpassing van de bestuursstructuur van het stadsgewest in totali teit. In de derde plaats leeft algemeen de opvat ting, dat er verband bestaat tussen het takenpak ket en de bestuurlijke structuur van het gewest. De bezwaren, verbonden aan de huidige structuur, zoals het ontbreken van een optimale democratische

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1355