1364
17 NOVEMBER 1977
dat het bodemoverleg werkelijk niet anders kon
plaatsvinden dan in de vorm waarin het nu is ge
beurd. Als dat niet echt hard is te maken dient
het ons inziens op de een of andere manier in het
stadsgewestelijk kader te worden ingebracht, dat
lijkt ons de enige logische weg. Verder achten wij
het onjuist dat de financiële limieten voor de ko
mende jaren reeds nu volledig worden aangegeven.
Dat er enige beperking van de financiële mogelijk
heden is is natuurlijk glashelder, dat kunnen wij
ook best onderschrijven, maar dat de zaak wordt
vastgepend op alleen de trendmatige verhogingen en
verder absoluut niets gaat ons wel wat ver.
Onze vraag aan u is of u hetgeen wij ten aan
zien van Breda hebben genoemd onderschrijft. Dat
is in de eerste plaats het hameren op het belang
van het stadsgewestelijk overleg, ten tweede het
bespreekbaar maken van Bredase problemen in het
stadsgewest wanneer zij voor het stadsgewest grote
gevolgen zullen hebben, ten derde het in eerste
instantie streven naar inkadering van alle overleg
van Breda met randgemeenten en dergelijke binnen
het stadsgewest en tenslotte het op wat soepele
wijze hanteren van de financiële opmerkingen in
het preadvies.
De VOORZITTER: Namens het college van burge
meester en wethouders zal ik zo kort en concreet
mogelijk antwoorden op de gestelde vragen en ge
maakte opmerkingen.
De algemene tendens van zowel ons preadvies
als de opmerkingen uit de raad, de opmerkingen van
de zijde van andere gemeenten en de opmerkingen in
de boezem van het stadsgewest zelf is naar ik meen
te mogen stellen, dat consolidatie, het maken van
pas op de plaats, alleszins gerechtvaardigd is.
Ook voor het functioneren van het stadsgewest zelf
geldt naar mijn mening zeker nu dat zich in
beperking de meester kan tonen, want als het stads
gewest zou uitschieten ik heb dat bij een ande
re gelegenheid ook wel eens gezegd zich zou
gaan bezighouden met zaken die niet direct bij de