1382
17 NOVEMBER 1977
op het feit ik citeer het gestelde op pagina 3
"dat voorlopig niet wordt overgegaan tot het
verlenen van opsporingsbevoegdheid aan de betrok
ken onderzoeksambtenaren" en dat vervolgens "een
rapport van de bijzonder onderzoeksambtenaar pas
dan aan de officier van justitie zal worden aan
geboden indien daarom is gevraagd." "Evenmin is
het de bedoeling" zo wordt gesteld "dat de
onderzoeksambtenaar op eigen initiatief onderzoe
ken zal gaan verrichten. Dit is een drietal beper
kingen in de bevoegdheden van de onderzoeksambte
naren die onze fractie liever niet zou hebben ge
zien. Dit neemt echter niet weg dat wij, gezien
de eerdere houding van het college ten aanzien van
de bijzondere onderzoeksambtenaar, namelijk een
houding die oorspronkelijk afwijzend was en daarna
een houding van twijfel, ons verheugen over het
thans voor ons liggen van dit voorstel dat door
ons dan ook van harte wordt ondersteund.
Een enkele opmerking naar aanleiding van het
betoog van de heer Oomen. Hij heeft over "heksen
jacht" en dergelijke gesproken, maar de heer Oomen
moet ook eens bedenken dat de legale gebruikers
van de Algemene Bijstandswet door de misbruikers
daarvan in diskrediet worden gebracht.
De heer VAN DONGEN: Je kunt op de dag van
vandaag overal wel wat vinden, dat je kunt aanha
len om gelijk te krijgen, maar het is en blijft de
vraag waar het nu precies om gaat. Wij kunnen hier
bij denken aan de discussies van de economen van
verschillende politieke kleur, die allemaal aange
ven hoe het precies moet; bepaalde uitspraken wor
den echter niet geciteerd. Je zult daarmee kom
ik heel dicht bij de heer Oomen maar moeten
bestureni
Onze fractie juicht dit voorstel niet met
vreugde toe omdat de zaak waarom het gaat op zich
zelf bijzonder triest is. Er is moed, wijsheid en
een gevoel van verantwoordelijkheid voor de werke
lijk financieel zwakkeren voor nodig om op dit mo
ment met een dergelijk voorstel te komen, mijn