21 NOVEMBER 1977. 1412 situatie van de mensen die met de containers moe ten werken en steeds van de vrachtwagens moeten afspringen. Ik moet bekennen dat het kostenaspect mij iets minder aanspreekt dan de medische aspec ten die in dezen aan de orde zijn. Laatstgenoemde aspecten wil ik heel zwaar in de oordeelsvorming laten meewegen. De wethouder heeft gezegd: zelfs al zouden alle Bredanaars van mening zijn dat niet moet worden overgegaan tot de invoering van de plastic zak maar dat met containers moet worden gewerkt, dan nog zouden de medische gevolgen voor de mensen die het werk moeten uitvoeren, de door slag moeten geven. Ik geloof echter dat die me dische gevolgen technisch kunnen worden opgelost. In een tijd dat we technisch naar de maan kunnen reizen moet een simpel probleem als het van een hoge wagen moeten afspringen en het moeten sjorren van zware containers eveneens op te lossen zijn. Ik geloof dat dit geen argument mag zijn op grond waarvan de invoering van de plastic zak noodzake lijk wordt geacht. Er kleven immers nogal wat bezwaren aan de plastic zak. Ik wijs dan in het bijzonder nog eens op de milieu-aspecten die eraan verbonden zijn. Ik heb begrepen dat de invoering van de plastic zak zou betekenen dat er ongeveer 180 ton plastic afval per jaar op de vuilafvalplaats zou worden gedumpt. Het gaat daarbij om plastic dat niet kan verteren en dat dus te allen tijde in de grond zal blijven zitten. Overigens heb ik mij door des kundigen laten vertellen dat plasticsoorten die wel in de grond worden vernietigd, nog weer grote re bezwaren hebben. De ontbinding van het plastic zal namelijk gassen ontwikkelen die gevaarlijk voor het milieu zijn. Ook met het niet-afbreekbare plastic moeten we mijns inziens voorzichtig zijn. Bovendien vergt de overschakeling op plastic zak ken een extra produktie van 180 ton plastic, een produktie die ook op zichzelf weer milieuvervui lend is. Nu we geregeld voor de radio kunnen horen dat we om het milieu moeten denken, meen ik dat we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1412