21 NOVEMBER 1977. 1420 heer Visser denkt! De heer VAN ASSELDONK: Het college heeft er naar onze mening verstandig aan gedaan slechts een gedeelte van een der amendementen over te nemen. De Stichting Aktiverend Volkstheater is zelf al zeer verheugd over het resultaat en wil werken om te laten zien wat zij waard is. Men vindt dat men door de subsidieverlening de erkenning van de ge meente Breda heeft verworven en het ging in eerste instantie om de erkenning, die bij deze jeugdige groep bijzonder zwaar weegt, zwaarder nog naar ik heb begrepen dan het bedrag. Natuurlijk heeft men meer gevraagd maar men kon zich in de argumentatie van het college vinden en was het ermee eens dat niet aan alle wensen tegemoet kan worden gekomen. Nu is de beurt aan het rijk, dat op de bekende wijze al dit soort groeperingen van zich afhoudt. Verheugend was het van de betrokken groep te vernemen men zal hebben begrepen dat de groep gedurende ongeveer twintig minuten over haar wel en wee heeft verteld dat zij niet de bedoeling heeft het publiek door middel van haar spel in een bepaalde richting te duwen. De groep levert kritiek op de maatschappijweliswaar op enigszins indoctrinerende wijze, maar artistiek op een aan vaardbaar niveau. Ik zou het college dan ook wil len vragen of het ook een subsidievoorstel zou hebben gedaan als de speelse, humoristische en weinig militante wijze van optreden er niet zou zijn. Ook dan voldoet men immers aan de criteria, genoemd in de cultuurnota. Voor onze fractie geldt met name het niveau waarop een en ander wordt ge bracht. De redelijk gunstige kritieken van Marjan Mes in het Dagblad De Stem zijn meestal opbouwend. De advisering van de raad voor de kunst was welis waar voor onze besluitvorming van belang; de mon delinge toezegging dat de groepering er ook steeds zelf naar zal blijven streven op verantwoord ni veau theater te brengen en eventuele fouten te verbeteren, gaf de doorslag. De hulp en begelei-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1420