21 NOVEMBER 1977.
1422
delen. Wel kan ik constateren dat het gezelschap
een goede kwaliteit heeft en dat er een toenemen
de belangstelling onder de Bredase burgers valt
te constateren. Bij toetsing aan de criteria van
de cultuurnota is het college van mening dat dit
gezelschap voor subsidiëring in aanmerking komt.
Een instandhoudingssubsidie is daarbij te enen
male niet aan de orde, omdat de gemeentelijke over
heid in onze optiek de instandhouding van dit
soort gezelschappen met regionale of landelijke
reikwijdte niet tot haar taak dient te rekenen.
Dit standpunt is ten aanzien van Globe uitvoerig
gedeclareerd en wij houden er uiteraard nog steeds
aan vast.
Ik ben blij dat een ieder zich in het voor
stel kan vinden. Ik laat mij niet verleiden tot
het houden van een academische discussie met de
heer Visser, omdat wij beiden mijns inziens in
een ongelijke situatie verkeren: hij is wel acade
micus en ik niet.
Met de heer Van Asseldonk ben ik het eens
dat het "voorwerk" voor dit voorstel enigszins
vreemd is geweest. Er was wisselvalligheid in de
commissie: men was nu eens tegen en dan weer voor,
maar ik moge constateren dat bij al die wisselval
ligheden in de voorbereiding in ieder geval het
college een verstandige koers heeft en dat dat een
baken zou mogen zijn. Uiteraard zal het telkenja-
re uit te brengen advies voor de commissie ter vi
sie liggen. Ik meen dat dit een voorwaarde is, wil
men jaarlijks tot een beoordeling kunnen komen.
Ik kom vervolgens toe aan de beantwoording
van de vragen van de heer Oomen. Met de door hem
gesignaleerde bijstelling wordt beoogd jaarlijks
een aanpassing aan de inflatie tot stand te kun
nen brengen. Afgezien daarvan moet in de naaste
toekomst worden bekeken of het gezelschap voor
een structurele verhoging in aanmerking komt. Dat
zal een apart punt van discussie moeten zijn,
waarbij niet van een inflatiecorrectie kan worden
gesproken.