1429
21 NOVEMBER 1977.
Wethouder VAN DUN: Ik heb aangenomen: thans,
voor de besluitvorming.
De VOORZITTER: De motie komt eerst in stemming,
dus voordat over het voorstel een besluit is geno
men.
De heer VAN BANNING: Heeft deze motie eigen
lijk iets met het aan de orde zijnde onderwerp te
maken? Het gaat toch om de besteding van een be
paald bedrag. In de motie is sprake van het "reste
rende bedrag" en dat slaat op de toekomst.
De VOORZITTER: De bedoeling is wat mij betreft
duidelijk. Als de motie namelijk wordt aangenomen,
moet naar mijn mening het voorstel van de agenda
worden afgevoerd. Ik denk dat dat de achterliggende
gedachte is.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Inderdaad.
Wethouder VAN DUN: Allereerst wil ik ingaan op
de achtergrond van het onderhavige voorstel, zonder
dat ik mij verdiep in het verkeerscirculatieplan
en in de dekking met behulp van het bedrag van
500.000,dat in de begroting 1977 is geblok
keerd. De bedoelde achtergrond wordt gevormd door
de omstandigheid dat het project aan de kop van
de Veemarktstraat, dat onder meer door de heer
Oomen en de zijnen zo wordt toegejuicht, omstreeks
de jaarwisseling gereed dreigt te komen, waarbij
het college het ordentelijk vindt de toekomstige
bezoekers het gebouw niet met behulp van plankiers
en lieslaarzen te laten binnengaan, zodat er een
vorm van bestrating nodig is. Ik geloof dat het
zin heeft een voorziening in die richting te tref
fen.
In alle ernst: de bezwaren van de kant van
mevrouw Muntjewerff en zeker die van de kant van de
heer Ten Wolde kan ik wel enigszins volgen. De ge-
dachtengang is dat ter plaatse de voorzieningen