22 NOVEMBER 1977 1443 want ik heb niet al te veel te bepalen en ook niet al te veel te verbieden. Anderzijds ben ik van oordeel, dat in alle redelijkheid mag worden ge vraagd het roken te beperken. Mevrouw Stutterheim heeft daarin niet bijzonder veel vertrouwen en stelt, dat dit verzoek in het verleden niet erg veel heeft opgeleverd. Daarin heeft zij gelijk, maar naar ik meen kan ik niet verder gaan dan u vriendelijk te verzoeken het roken te beperken waar dit maar mogelijk is. Voorts heeft mevrouw Stutterheim gevraagd ge lijkvloers een kamer in te richten, waarin zou kun nen worden gerookt. Zoals u weet is het zeer wel mogelijk dit beneden te doen, terwijl daar tevens kan worden geluisterd naar de debatten die hier vanavond plaatsvinden. Ik verzoek u op deze wijze dit probleem - het is toch wel een probleem - ge zamenlijk op te lossen. Naar ik meen is het ver standig het op deze manier te zien. Wij beginnen nu met de algemene beschouwingen. Ik heb u zojuist de volgorde van de sprekers van vanavond aangegeven en dit betekent, dat allereerst de algemene beschouwingen zullen worden geopend door de fractievoorzitter van het C.D.A.de heer Van Duijl. ALGEMENE BESCHOUWINGEN. De heer VAN DUIJL: Wij zijn dit jaar aangeland bij de laatste te behandelen begroting voor deze zittende gemeenteraad. Een bij uitstek geschikte gelegenheid voor het terugwerpen van een blik op de achter ons liggende jaren. Een ogenblik ook voor een evaluatie van het gevoerde beleid door deze ge meenteraad en een kritische toetsing daarvan aan de hoofdlijnen van het beleid door C.D.A. en V.V.D. uitgestippeld bij de aanvang van deze gemeenteraads periode Voor de eerste keer zijn .wij ook in staat - dit is een novum in deze raad - ook de contouren van de toekomst te onderscheiden, alhoewel ons tij dens de behandeling van de deelbegroting en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1443