22 NOVEMBER 1977 1447 wij ons afvragen of een evaluatie van hun functio neren niet op haar plaats zou zijn in relatie tot een beter functioneren overheid-burgerToch zet ten wij een vraagteken als wij afwegen of het we derzijds vertrouwen nu verbeterd is. In verschil lende besprekingen in wijk- en buurtcomités erva ren wij nogal eens een zekere argwaan, soms zelfs agressie. Op zichzelf is dat geen ramp, want op zichzelf is stoom afblazen zelfs gezond in een re latie, maar zo'n situatie kan niet blijven bestaan Daarom moeten raad, college en betrokkenen naar onze mening blijven pogen een vertrouwensbasis te vinden, zonder welk geen goed beleid te voeren is. Over deze inspraak wil ik verder nog iets kwijt. Veel burgers hebben er een kater van over gehouden. Waarom? Velen dachten dat, als de in spraak eenmaal gemeen goed zou zijn geworden, de problemen zouden zijn opgelost. Niets is minder waar. In de eerste plaats is inspraak op zichzelf erg kostbaar. In de tweede plaats kan de inspraak kostenverhogend werken doordat de uitvoering van projecten, waarover inspraak wordt gepleegd, opge houden wordt of een uitstel vergt, dat soms erg lang kan duren. Dit wordt mede in de hand gewerkt door de ingewikkeldheid van sommige projecten, die daardoor moeilijk voor een burger zijn te overzien Wij zeggen daarom niet "geen inspraak", maar juist "wel inspraak". Wij zijn bereid deze tot op zekere hoogte te accepteren, maar wij moeten de procedure eenvoudig en duidelijk maken en geen verwachtingen wekken, die niet gehonoreerd kunnen worden. In spraak betekent niet - dit is het belangrijkste gegeven - dat iedereen zijn wensen of verlangens gehonoreerd zal zien. Daarvoor leven wij in een te gecompliceerde samenleving, die tot uiting komt in een veelheid van meningen en belangen. Voor het daarin vinden van de juiste weg is veel wijsheid en bereidheid om naar elkaar te luisteren nodig. Ten aanzien van de openbare orde kunnen wij ons niet onttrekken aan een gevoel van machteloos heid, dat ons bekruipt bij het handhaven van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1447