144
21 MAART 1977
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Goos.
De heer KAARSEMAKER: Ik zou iets over de or
de willen zeggen.
De VOORZITTER: Nog weer een keer? Ik heb het
nu toch zo netjes gedaan!
De heer KAARSEMAKER: Ik heb het u heel netjes
vóór de raadsvergadering gevraagd.
De VOORZITTER: Neemt u mij niet kwalijk. Het
was mij ontschoten dat u een voorstel van orde
wilde doen.
De heer KAARSEMAKER: Ik zou erop willen wij
zen dat sinds enkele dagen nieuwe feiten bekend
zijn geworden. Ik denk daarbij aan een brief die
aan het college is gezonden door de begrafenisve
reniging DELA, een vereniging met ongeveer 200.000
leden in Breda en omgeving. Gezien de toename van
de vraag naar crematie wil DELA ook voor haar le
den op dat gebied mogelijkheden zoeken. De vereni
ging zou eveneens tot stichting van een crematori
um willen overgaan, het liefst in een in Breda of
naaste omgeving op te richten gebouw. Hierover wil
men graag overleg met het college van burgemeester
en wethouders plegen.
Een en ander was niet bekend op het ogenblik
dat de commissie haar advies over het voorstel van
het college uitbracht en evenmin toen de fracties
deze materie in hun vergaderingen hebben bespro
ken. Ik zou daarom willen voorstellen dit agenda
punt uit te stellen, de gelegenheid te creëren om
met alle eventuele gegadigden om de tafel te gaan
zitten en de behandeling van dit onderwerp aan te
houden totdat er meer duidelijkheid is.
De VOORZITTER: Overeenkomstig artikel 23 van
het reglement van orde stelt de heer Kaarsemaker
voor een punt van de agenda af te voeren. Vereist
is dat het voorstel door minstens drie leden wordt
ondersteund. Ik constateer dat dit het geval is.
Voldoende ondersteund zijnde maakt het