1454
22 NOVEMBER 1977
een heel ander hoofdstuk. Over de aanwezige gas
voorraad wil ik in dit gezelschap zeker niets zeg
gen, omdat dit een zorg is die in handen is van
de landelijke rijksoverheid. Wel is het een taak
van de gemeentelijke overheid de burgers van onze
stad ervan te doordringen zuinig te zijn met het
gebruik hiervan. Dit druist wellicht in tegen het
tot dusver gevoerde beleid zoveel mogelijk gas te
leveren tot welzijn van de algemene reserve, maar
ook een gemeentelijke overheid kan zich aan deze
plicht niet onttrekken. Een gerichte propaganda
tot zuinigheid is ons inziens noodzakelijk. Dit
geldt eveneens voor de electriciteitsvoorziening,
op welk punt eveneens een zuinig beleid noodzake
lijk is. De heer Van den Wijngaard zal naar ik
aanneem op het energievraagstuk bij de hoofdstuks-
gewijze behandeling nog wel nader ingaan.
In Breda blijkt dan nog een andere problema
tiek op tafel te liggen, namelijk het probleem van
de distributie "van wie en door wie". Langzamer
hand dreigt hier een dermate grote spraakverwarring
op te treden, dat het hoogst noodzakelijk wordt
hier orde op zaken te krijgen. Het is voor onze
fractie niet te accepteren, dat het in de toekomst
denkbaar is dat de Bredase burgers op het gebied
van energie- en waterdistributie te maken zouden
kunnen krijgen met een diversiteit van leveran
ciers, hetgeen de duidelijkheid niet ten goede
komt. Het is voor onze fractie belangrijk, dat on
ze burgers-afnemers toch wel weten hoe de situatie
eruit ziet en wat het college denkt te doen om de
ze duidelijkheid te krijgen.
Wij hebben kunnen vaststellen bij deze alge
mene beschouwingen, dat dit college met steun van
het grootste deel van de raad de hoofdlijnen van
het beleid heeft uitgevoerd, en wij hebben u een
aantal vragen gesteld. Wij willen nog eens bena
drukken, dat wij blij zijn met de sectorbeleids
nota's en de meerjarenbegroting. Het is een belang
rijk beleidsplan, een visie voor de toekomst,
waarin vanzelfsprekend nog binnen en in de budgetten