22 NOVEMBER 1977
1459
van een man in een vergelijkbare positie, dat zij
voornamelijk ongeschoold werk doen en slechts in
geringe mate verder studeren? Wij moeten onze kop
niet in het zand steken, want wij weten drommels
goed dat er tegenstellingen in deze maatschappij
zijn, dat er verschillende klassen zijn en dat de
een meer macht, kennis en inkomen heeft dan de an
der. Pas wanneer het verplichte onderwijs verbe
tert worden na-schoolse vorming en -onderwijs zin
volle zaken, die uit de vicieuze cirkel van de aan
passing aan de eisen van de tijd worden gehaald.
Een tweede aspect betreffende onderwijs en
vorming is de educatie en met name de educatieve
planning, die onder het motto "beter laat dan
nooit" van de grond is gekomen. Uiterlijk op 1 no
vember 1977 had er een educatief plan in de raad
van Breda moeten zijn aangenomen. Nu is er slechts
een eerste rapport van de projectgroep "permanente
educatie", die constateert dat er nog gewacht moet
worden op daden. De commissie voor planning van
educatieve netwerken noemt de educatieve planning
allereerst een communicatief proces gericht op de
mocratisering. Overheidsinstellingen en burgerij
moeten deze klus in onderling overleg klaarspelen.
Dat kan in de praktijk op nogal wat problemen stui
ten. Is het daarom dat dit college de communicatie
tot een absoluut minimum beperkt? De raad staat
buitenspel bij de ontwikkelingen, want er is geen
ad hoc-begeleidingscommissie gekomen van raadsle
den, hetgeen toch een zeer wenselijk punt is, wil
len de raadsleden het nieuwe en moeilijke proces
van planning en decentralisatie blijven volgen.
Ook een vroegtijdige betrokkenheid van burgerij en
instellingen is niet gewaarborgd. Men kan natuur
lijk altijd nog een beroep doen op de A.R.O.B.-
wetgeving.
Behalve de reeds geschetste problemen ontstaat
er op het gebied van de educatie nog een aantal
andere problemen. Mede door de instelling van de
projectgroep "permanente educatie" is er al lange
re tijd sprake van een bevriezingssituatie in de