21 MAART 1977
145
ordevoorstel van de heer Kaarsemaker onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer TEN WOLDETen aanzien van de behan
deling van dit agendapunt is er naar mijn mening
geen nieuw feit aan de orde. De vereniging DELA
vraagt om een snelle realisatie van een crematori
um in Breda. Het hedenavond te nemen besluit kan
mijns inziens alleen maar bevorderen dat het ge
sprek met het college snel plaatsvindt en dat er
voor een snelle oplossing wordt gezorgd. Op basis
van de door de heer Kaarsemaker genoemde brief
hebben wij geen enkele behoefte aan uitstel van de
behandeling van het voorstel.
De heer GEENE: Dit punt is al zo lang en
diepgaand besproken dat ik er wat moeite mee zou
hebben als het nu weer van de agenda zou worden
afgevoerd. Ik heb begrepen dat de bewuste brief
nog niet tot het college is doorgedrongen, hoewel
de fractievoorzitters er al een kopie van hebben
ontvangen. Wij kunnen de strekking van de brief
niet overzien en het lijkt ons voldoende het col
lege te adviseren deze kwestie in de overwegingen
te betrekken. Burgemeester en wethouders zullen de
belangen ongetwijfeld kunnen afwegen, maar het
begint een beetje op onbehoorlijk bestuur te lij
ken als men, na al zo ver met een bepaalde stich
ting te zijn gekomen, de klok weer helemaal terug
draait. Ik stel dan ook voor dit agendapunt toch
maar te behandelen.
De VOORZITTER: Ik concludeer dat de heren
Ten Wolde en Geene niet kunnen meegaan met het or
devoorstel van de heer Kaarsemaker. Verlangt de
heer Kaarsemaker stemming over zijn voorstel?
De heer KAARSEMAKER: Het is wel duidelijk!
Het ordevoorstel van de heer Kaarsemaker
wordt geacht te zijn verworpen.
De heer GOOS: Mijnheer de voorzitter. Hoe be
trekkelijk het leven kan zijn, kunnen we dagelijks