1462 22 NOVEMBER 1977 stimulerende te worden, gericht op het opheffen van achterstanden en knelpunten op het gebied van het welzijn. De heer HOUBENNaast "Kielegat", Jazzstad, hoofdstad van West-BrabantCasinostad, Taptoestad en "Parel van het Zuiden" is Breda het afgelopen jaar "groeistad" geworden. Breda presenteert zich naar buiten bijna uitsluitend als een plek waar vooral pretmanifestaties worden gehouden, zoals Carnaval, de Taptoe, jazz en de "Nacht van Breda". In het weekeinde van 9-11 december aanstaande zal echter moeten blijken of Breda behalve "pretstad" en "groeistad" ook een plaats van "hoop" zal kun nen worden. Dan zal Breda hopelijk laten zien, dat er naast pretactiviteiten ook belangrijker zaken in het leven zijn dan "brood en spelen"Vele dui zenden mensen van buiten en binnen Breda zullen dan elkaar ontmoeten en op zoek gaan naar de wijze waarop hun levensopdracht het beste gestalte kan krijgen. Frère Roger Schütz uit Taizé zal in de veilinghallen spreken over hetgeen hij zag en mee maakte tijdens zijn recente reis naar het Verre Oosten. In een eerdere brief van 1 december 1976 uit Calcutta legde hij een relatie tussen de gi gantische problemen in dat deel van de wereld en de manier waarop wij mensen in het nog welvarende Westen door onze manier van leven en wonen een bij drage kunnen leveren aan de oplossing voor die problemen. Hij pleit voor het gezamenlijk doen van keuzen, waardoor wij onze overvloed samen delen met hen die duidelijk tekort komen. Opmerkelijk is dat Roger Schütz wijst op de problemen in steden in het "rijke" Westen, zoals het slaaf zijn van mensen aan de consumptiemaatschappijwelke zich onder meer uit in luxe huisvesting en woninginrich ting, vereenzaming van mensen, te grote verschil len tussen rijke en arme wijken in een stad. Met andere woorden: ook in het ontwikkelde Westen zijn er onderontwikkelde situaties, waaraan wat gedaan kan en moet worden. Tijdens het weekeinde zullen op vele plekken in Breda, zoals in INKOM,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1462