22 NOVEMBER 1977
1467
onderdrukken. Dit betekent dat ik hier niet heb
gesproken over het feit, dat het CD.A./V.VD-
college kennelijk deze buurtgesprekken niet wil
laten plaatsvinden.
De heer TEN WOLDEMaar u suggereert het wel
en daar gaat het mij om.
De heer HOUBEN: Dat weet ik niet. Ik was be
gonnen over de T.V. en ik heb gesproken over een
algemeen klimaat, dat er nu heerst en dat erg
moeilijk is. Ik heb wel gesproken - dat was een
alinea daarvoor - over het groeistadsaspect, waar
mee dit C.DA./V.VD-college nogal bezig is ge
weest en over de problemen die daardoor ontstaan
in de oudere wijken van Breda. Ik vind dat het
C.D.A./V.V.D.-college te dien aanzien duidelijk
miskleunt, maar met betrekking tot de buurtgesprek
ken wilde ik betogen - dat was ook de hele strek
king van dit verhaal - dat wij blij mogen zijn, dat
mensen zelf hun situatie gaan bespreken, ondanks
bureaucratische en technocratische tendenzen, waar
van bijvoorbeeld het projectteam Hoge Vucht er een
is
Wethouder VAN DUN: Om een eind te maken aan
al het autoritair gedoe van de heer Houben zal hij
voor mij en voor dit college zijn volgende zinsne
de moeten uitleggen: "dat door het groeistadidee,
waarmee dit college is bezig geweest, er achter
standssituaties zijn ontstaan in de oudere buurten
van Breda." Die relatie zal hij "hard" moeten ma
ken, want anders maakt hij zich in deze raad onge
loofwaardig.
De heer HOUBEN: Ik meen dat wij daar dadelijk
aan toekomen. Ik was nu nog bezig met de hele ver
handeling over de inspraak, democratisering en het
bewustwordingsproces, dat ik hier aan de orde zou
willen stellen. Ik was bezig te stellen, dat men
sen gelukkig zelf het heft in handen namen. Dat
deel van mijn betoog zou ik willen vervolgen, waar
bij ik dan kom op het onderwerp, dat de heer Van