146 21 MAART 1977 ondervinden. De heer Van Duijl en u zijn daar aan het begin van deze vergadering nog uitvoerig op ingegaan, nadat wij zaterdag één van onze vrienden naar zijn laatste rustplaats hadden moeten brengen. Nu echter wordt van de raad gevraagd instemming te betuigen met het voorstel van burgemeester en wet houders tot het verlenen van verlof voor de vesti ging van een crematorium aan de Stichting Katho lieke Begraafplaatsen te Breda. Aangezien de wet op de lijkbezorging tegenwoordig naast het tradi tionele begraven ook het cremeren mogelijk maakt, zal bij gebleken behoefte in deze raad zeker een uitspraak moeten worden gedaan. Namens de C.D.A.-fractie kan ik zeggen dat wij de bouw van een crematorium zinvol achten. Waar het te bouwen crematorium zou moeten komen en welke omvang het zou moeten hebben, is niet alleen duidelijk gemaakt in het raadsvoorstel maar is ook uitvoerig aan de orde geweest tijdens de hoorzit ting in Princenhage op woensdag 12 februari. Na een duidelijke uiteenzetting van de forumleden pver de noodzaak van de aanwezigheid van een cre matorium in Breda, het verloop en de wijze van cremeren, de groei van de verkeersdrukte, het par keren, de situering van het crematorium zelf, de beplanting enz. is geprobeerd aan de aanwezigen duidelijk te maken dat de bouw zou moeten geschie den op de bestaande terreinen van de begraafplaats Zuylen. Niet iedereen was het daarmee eens. Vaak hoorde men de vraag of er alternatieven onderzocht zijn, bijvoorbeeld in de Haagse Beemden of meer ten zuidwesten van Breda, maar deze vraag bleef onbeantwoord. Duidelijk is echter wèl geworden dat, wanneer men de exploitatie bijvoorbeeld na vijf jaar kostendekkend wil doen zijn, de enige in aanmerking komende plaats wordt gevormd door de terreinen van de begraafplaats Zuylen. Deze gron den zijn reeds eigendom en een ter plaatse reeds bestaand gebouw zal in de opzet van het te bouwen crematorium kunnen worden opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 146