22 NOVEMBER 1977 1475 gebied van werken en het economisch bestel, van belang zijn. De wetenschappelijke raad stelt onder meer, dat in onze samenleving in het algemeen het uitgangspunt geldt dat arbeid verricht behoort te worden om in het levensonderhoud te voorzien. Even eens is algemeen aanvaard, dat een aantal catego rieën hiervan ontslagen is, bijvoorbeeld de bejaar den. Voor werklozen en arbeidsongeschikten geldt dit echter niet. Een tweede opmerkelijke uitspraak van deze wetenschappelijke raad luidt als volgt. "Het verschijnsel van toenemende non-activiteit komt vooral voor onder zwakke groepen. De uitsto ting uit het arbeidsproces schijnt selectief te verlopen". Als je deze uitspraken zo op je laat inwerken komen ze nogal hard aanDe burgers in de achterstandssituaties blijken ook in dit geval in de werksituatie, bij economisch moeilijke omstan digheden en ook als werkloze eigenlijk steeds het kind van de rekening te zijn. Verder heeft deze wetenschappelijke raad vooral zijn studie gericht op het vraagstuk van de verhouding tussen de actie ven en niet-actieveneen zeer actuele en moeilij ke kwestie. Achterstandssituaties worden zoals be kend - daarover heeft Luce Paulussen reeds gespro ken - nogal verschillend benaderd. In de meeste gevallen bestaat ook verschil van opvatting over wat nu achterstandssituaties eigenlijk zijn. Naar onze mening is er van achterstelling sprake als er minder kansen zijn op maatschappelijke invloed, persoonlijke ontplooiing, gezondheid en aan ieders behoeften aansluitende voorzieningen. Voor wat betreft het onderdeel dat ik zou willen behandelen, namelijk de economie en de werkgelegenheid, staat het voor ons wel vast, dat de wijze waarop het economisch bestel in Nederland en ook hier in Breda is ingericht een van de oor zaken is van deze achterstandssituaties. Er is in dit economisch bestel geen kans op ontplooiing, zeker niet in het werk of de werksituatie, er is geen kans op maatschappelijke invloed, zeker niet vanuit de werkvloer, hetgeen alles bij elkaar niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1475