22 NOVEMBER 1977 1479 wat vacatures, maar als men dit in het oog houdt ziet men, dat deze vacatures juist betrekking heb ben op de groep van mensen, die niet zo kwetsbaar zijn. De heer EISSENS: Wat bedoelt u met "de groep die niet zo kwetsbaar is"? De heer CRUL: De mensen die qua opleiding in een niet zo afhankelijke positie verkeren. Ook is wel aangetoond, dat mensen met een goede vakman schap eerder aan het werk komen dan mensen die niet geschoold zijn. Daarvan heb ik willen zeggen, dat dit niet juist is en dat daaraan iets moet worden gedaan. Hetgeen de heer Eissens zojuist heeft ge steld bevestigt dit in feite. Bij de ondernemers - de sector, waarin vooral de V.V.D. veel relaties en kennissen heeft - ge beurt in feite hetzelfde wat de sterke en zwakke groepen betreft als bij de overige onderdelen waar mee de werkgelegenheid te maken heeft. Het midden- en kleinbedrijf moet zich vaak onder het juk van de wat grotere ondernemer staande houden en daar tegen is vaak geen kruid gewassen. Wat gebeurt er dan in de praktijk? In de niets ontziende concur rentiestrijd worden de kleine ondernemers vermalen door de grote "broers". Wij willen op dit terrein wat het midden- en kleinbedrijf betreft de negatie ve ontwikkelingen graag blokkeren. De heer PEETERS: De heer Crul schijnt ten aanzien van zijn opmerking dat de kleintjes door groten worden vermalen de Bredase situatie niet erg goed te kennen. Als men namelijk het vestigings beleid beziet, volgens hetwerk Breda vooral met name het kleinbedrijf situeert in zijn stedelijke agglomeratie, dan blijken niet alleen qua vesti ging, maar zelfs qua werkgelegenheid deze kleintjes wonderwel te passen in de totale economische situ atie. Met betrekking tot de werkgelegenheid van de zogenaamde achterstandsgroepen of sociaal zwakke ren - waartoe ik meen zelf, ook misschien qua in komen, te behoren - wil ik stellen, dat ik mij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1479