22 NOVEMBER 1977
1481
ten eerste de achterstandssituaties in het werk en
de werksfeer zouden moeten worden weggenomen en
ten tweede hebben wij bekeken in welke mate de
plaatselijke overheid invloed op de economische
activiteiten in de stad zou kunnen krijgen en ver
krijgen. Verder doen wij nog wat aanbevelingen om
de grote werkloosheid te helpen oplossen. De aan
bevelingen zijn de volgende:
Wat het gemeentelijk apparaat betreft vinden
wijdat er niet alleen een doelmatigheidsbeleid
moet worden gevoerd, maar tevens een werkgelegen
heidsbeleid. Dit zal zeker op het terrein van de
werkgelegenheid gunstig werken. In overleg tussen
het personeel en de vakbonden zou hiertoe een aan
tal activiteiten kunnen plaatsvinden, waarop wij
ook het vorig jaar reeds hebben gewezen. Een ri
goureuze beperking van het overwerk is een maatre
gel die al direct kan worden genomen. Voorts zou
de gemeente onder haar werknemers een peiling kun
nen houden over de vraag of zij eventueel bereid
zouden zijn vervroegd - bijvoorbeeld op 63-jarige
leeftijd - te worden gepensioneerd. In het gemeen
telijk apparaat wordt nu nog slechts op bescheiden
schaal part-time arbeid verricht. De gemeente dient
zo snel mogelijk een onderzoek in te stellen onder
haar werknemers om te bepalen of er belangstelling
voor bestaat korter te werken. Dit kan een eerste
stap zijn naar vrijwillige werktijdverkorting,
waarbij dan natuurlijk volledig behoud van het sa
laris niet haalbaar is. De werknemers zullen dan
de vrijheid moeten hebben tussen loon en vrije
tijd te kiezen. Tot slot zouden wij op het terrein
van de werkgelegenheid willen voorstellen en aan
bevelen een werkgelegenheidsfonds te vormen om
vandaaruit werkgelegenheidsprojecten op te zetten
en maatregelen te nemen tot verbreding van werklo-
zenprojecten.
De heer EISSENS: Waar ziet de heer Crul de
gelden voor dat fonds vandaan komen?
De heer CRUL: Het college heeft voor wat de