1486 22 NOVEMBER 1977 komen en te blijven met de burgers en met hen sa men het gemeentelijk beleid te bepalen. Een aantal voorbeelden van verschil van op vatting. Het college staat, beschermd door de C.D.A.- en V.V.D.-fractiesinspraak alleen toe als het daartoe wordt gedwongen. Daarvan zijn voorbeelden te over te geven. Liever nog maakt het college er zich van af. Zoals Piet Houben reeds heeft opgemerkt is de Haagse Beemden daarvan een tekenend voorbeeld. Noch de nieuwe bewoners, noch de bewoners van de stad worden in dat project be trokken. Ook ten aanzien van binnenstadsplannen - waarover wij begin volgend jaar zeer belangrijke beslissingen gaan nemen - wordt inspraak afgewezen. Men wil wat discussie toestaan en verder niets. Wij hebben een projectgroep voorgesteld, maar dat is afgewezen. Daarover valt niet te praten en als dat dan inspraak is, dan weten wij niet meer wat dat woord eigenlijk betekent. De heer TEN WOLDE: Het gaat de heer Crul niet om de inhoudelijkheid, maar om de methodiek. Daar op is in de raad met betrekking tot de inspraak nota's meerdere keren gewezen. De heer CRUL: Dat weet ik wel, maar als de economisch gebonden burgers hier in de binnenstad - waarmee u immers de meeste relaties hebt - bij voortduring zeggen, dat deze inspraak toch eigen lijk nergens op lijkt en dat het anders moet, dan begrijp ik niet namens wie u nog spreekt. Wij vinden dat het bijtrekken van de achter blijvers prioriteit nummer 1 moet hebben. Het C.D.A. en de V.V.D. kiezen voor de groeperingen die het al goed hebben, hetgeen je dan ook in alle sectoren van het beleid kunt proeven. De wethouder van openbare werken heeft al eens gezegd, dat ook de bungalowbewoner in woonnood verkeert en dat wij daarvoor evenveel belangstelling moeten hebben en ons beleid daarop in dezelfde mate moeten afstem men als op degene die in Gerardus Majella, in Ype- laar of in de Hoge Vucht woont. Wij zijn van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1486