22 NOVEMBER 1977 1497 belangstellenden op de publieke tribune iets groei en, maar toch moet mij van het hart, dat wij vele malen kunnen meemaken dat bij inspraaksgelegenheden meer mensen aanwezig zijn dan bij de algemene be schouwingen over het gemeentelijk handelen. Dat is een grote zorg, want kennelijk wordt de burger meer geïnspireerd door het eigen belang dan door te den ken in structuren, die de moeilijke verantwoorde- li jksheidsgrenzen van de gemeente zullen bepalen. Ik heb graag aan de P.v.d.A./P.P.R. voorrang gegeven, voor mensen die beter denken, harder wer ken en die ook alternatief kunnen denken. Wij vin den - dat is bij ons toetssteen van het beleid - dat bij ons dat denken plaatsvindt mèt beoordeling van alternatieven en de mogelijkheden die de ge meente in dezen heeft. Enige tijd geleden las ik in Liberaal Reveil een artikel van de Rotterdamse hoogleraar in de bestuurssociologie en politicologie dr. Scholten onder de titel "De toekomst van de parlementaire democratie", waarin mij de volgende passage als raadslid bijzonder uit het hart was gegrepen: "Te leurstelling over het falen van de overheid wordt onvermijdelijk zodra men van de overheid gaat ver wachten, dat deze een oplossing geeft voor proble men die alleen door inspanning van individuen en kleine groepen door deze zelf opgelost kunnen wor den. Geluk en welzijn kunnen alleen mede door eigen inspanning en instelling veroverd worden. De over heid kan niet meer doen dan het daartoe noodzake lijke - maar op zichzelf altijd onvoldoende - voor waarden scheppen en hulp bieden". Meer dan ooit tevoren staat thans de vraag centraal op welke gebieden of ten aanzien van wel ke zaken de overheid actief en op welke gebieden of ten aanzien van welke zaken de overheid slechts passief kan optreden. Regelmatig worden wij in de ze raad geconfronteerd met zeer sterk gedetailleer de van individuen of groepen afkomstige wensen. P.v.d.A. en P.P.R. accepteren deze "coüte que coüte" en dat heet dan bij hen op dit moment

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1497