21 MAART 1977
149
zelfs willen zeggen dat wij daar voorstanders van
zijn. Op landelijk niveau neemt het aantal crema
ties steeds meer toe en ook in Breda is die ten
dens duidelijk aanwezig. Wanneer men voor een cre
matie van Breda naar één van de dichtsbijzijnde
crematoria in Rotterdam of Heeze moet, is dat be
zwaarlijk voor de nabestaanden en niet volledig in
overeenstemming met de piëteit van een begrafenis.
Toen het voorstel in de commissie kwam, heb
ben de commissieleden van onze fracties een posi
tief advies uitgebracht, maar naarmate de behande
ling van dit punt in de raad dichterbij kwam, wer
den er vanuit de bevolking van Princenhage steeds
meer bezwaren kenbaar gemaakt. Het college heeft
uiteindelijk besloten de behandeling van het voor
stel te verdagen teneinde zich nader op de bezwa
ren te kunnen bezinnen.
Inmiddels heeft het bestuur van de Stichting
Katholieke Begraafplaatsen een voorlichtingsavond
over het geprojecteerde crematorium belegd. Tijdens
deze avond werd duidelijk gemaakt dat de vestiging
van een crematorium het beste op de begraafplaats
Zuylen zou kunnen worden geëffectueerd, omdat men
daar gebruik zou kunnen maken van de bestaande ac
commodaties. Er zou dan sprake zijn van een zgn.
"toegevoegd crematorium". Er werd zelfs, zoals de
heer Goos heeft gememoreerd, gezegd dat vestiging
op Zuylen de enige mogelijkheid was om een crema
torium rendabel te krijgen. Naar mijn mening wordt
deze redenatie wel enigszins omver gekegeld door
de brief die het bestuur van DELA toch waarlijk
geen kleine vereniging op dit gebied heeft ge
schreven.
Tijdens de voorlichtingsavond waren enkele
leden van de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. aan
wezig, die van mening waren dat het bestuur van de
Stichting er niet helemaal in slaagde de bewoners
van Princenhage ervan te overtuigen dat een crema
torium geen nadelige effecten op de woonomgeving
zou hebben. De reacties van de Princenhagenaars
waren negatief, terwijl niet op alle vragen antwoord