1504 22 NOVEMBER 1977 de woorden van een minister van het rode kabinet- Den Uyl. De heer Houben heeft zich tot nu toe en ook nog op dit moment verzet tegen het tot ontwik keling brengen van het plan Haagse Beemden-Oost. Wij menen dat de woningbouwcapaciteit voor de ko mende tien jaar is gewaarborgd. Daarnaast is een duidelijke aanzet gemaakt met de binnenstadsplan nen, alhoewel moet worden geconstateerd, dat bij de invulling en prioriteitsafweging nog enigszins een ad-hoc-beleid wordt gevoerd. De oorzaak hier van moet wellicht gezocht worden in de geringe fi nanciële middelen. Toch verzoeken wij het college in de komende periode aan de prioriteitsafweging meer aandacht te willen besteden. In De Stem van 8 oktober jongstleden werd ge constateerd dat enkele grote gemeenten achter zijn met het maken van bestemmingsplannen en heeft ge deputeerde Siepman de uitspraak gedaan, dat ge meenten vaak te gedetailleerde bestemmingsplannen maken, hetgeen bezwaren oproept en afwijkingen noodzakelijk maakt. Wij willen het college dan ook vragen hieraan grote aandacht te besteden en te voorkomen dat wij hier in de raad discussies krij gen over de vraag of een schuurtje in een tuin 18 m dan wel 16,5 m mag zijn, zonder dat er ruimtelijke bezwaren zijn ingebracht. Meerdere keren is hier in de raad door de so cialistische fractie tegen bestemmingsplannen ge stemd, omdat het plan niet in voldoende mate voor ziet in sociale woningbouw. De heer Houben heeft daarop zojuist nog gewezen. Het klinkt zo aardig tegenover de zwakkeren in deze samenleving, maar waar zijn wij eigenlijk mee bezig? Woningbouw pleeg je voor de langere termijn. Wij vinden dan ook, dat woningbouw veel meer op de toekomst ge richt moet zijn en dat wij met name de woningbouw productie veel meer op de middenklasse woningen moeten richten om op deze wijze via een doorstro- mingsbeleid ook voor de sociaal zwakkeren moge lijkheden te scheppen om in de toekomst niet in de door sociale woningbouw gekenmerkte wijken behoeven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1504