22 NOVEMBER 1977 1515 kunnen hebben op de opbrengsten van het ENWA. Bij het voorstel tot extra verhoging van de onroerend-goedbelasting spreekt u de verwachting uit, dat in de volgende drie jaren zal kunnen wor den volstaan met een trendmatige verhoging van 5^% Als principe voor verhoging van de onroerend-goed- belasting is altijd gesteld, dat deze verhoging diende te worden gekoppeld aan het te verwachten indexcijfer voor de gezinsconsumptie. Correctie naar boven of naar beneden zou in het volgende jaar kunnen plaatsvinden aan de hand van het gereali seerde indexcijfer. Wordt door uw college voor de komende jaren van dit principe afgeweken en in hoeverre is uw college in staat de gerealiseerde indexcijfers over 1975 en 1976 te verstrekken? Ter motivering van de extra verhoging wordt als één van de oorzaken voor de beperkte groei van de budgettaire ruimte gewezen op de te sterke af hankelijkheid van de gemeentefondsuitkeringen van de ontwikkeling van het inwonertal. Uw motivatie op dit punt wordt door ons niet begrepen, immers de wijze waarop de gemeentefondsuitkeringen tot stand komen is een bekend gegeven. De sociografi sche dienst kan u volledig informeren omtrent de ontwikkeling van het aantal inwoners. Bij de begrotingsbehandeling van het vorig jaar is door de V.V.D-fractie aan uw college de suggestie gedaan over te gaan tot instelling van een binnengemeentelijk orgaan, dat de uitgaven niet alleen op rechtmatigheid maar ook op doelma tigheid toetst. Inmiddels is deze mogelijkheid in de commissie financiën opnieuw ter sprake gebracht. In het licht van de ontstane situatie herhalen wij onze ideeën en dringen er bij uw college op aan waar mogelijk uitvoering te geven aan de in de commissie financiën gedane suggesties. Bij de beoordeling van de begroting voor het komende jaar hebben binnen onze fractie de volgende factoren een rol gespeeld: - Was de nu gevraagde verhoging van onroerend- goedbelasting te voorzien?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1515