1520
22 NOVEMBER 1977
groepen die dit menen, maar misschien wil men dat
wel overkomt. Het zou in de loop der tijd mis
schien zelfs een obsessie kunnen worden en dan is
het natuurlijk extra vervelend, tenzij men het be
wust zo wil. Als dat zo is heeft men ook voor die
weg gekozen.
Door de oppositie u kent de opvatting van
de oppositie -- is over het lokaal niveau gespro
ken. Natuurlijk is dat mogelijk; wij ontmoeten het
in vele gemeenteraden met programcolleges, zoals
die in Rotterdam, in Amsterdam en elders functio
neren. Men leert met die oppositie leven. Een an
dere vraag is of het verstandig is om dat op lo
kaal niveau te doen. Persoonlijk en ik word
daar door nogal wat mensen in Nederland in gesteund
geloof ik het niet; het feit dat men in het
college een politieke neerslag van de raad vindt,
taxeer ik als een zeer positieve zaak en ik geloof
dat het lokale bestuur daar alleen maar mee is ge
diend.
Het beleid met betrekking tot de sectornota's
en de meerjarenbegroting ligt vanzelfsprekend niet
alleen op mijn terrein; het is een probleem dat
het gehele college regardeert. Wij zijn de weg van
de sectornota's opgegaan. Ik mag u eraan herinne
ren dat de eerste aanwijzingen in dit kader van
maart 1975 dateren. Ik heb nagegaan dat er vanaf
maart 1975 ongeveer 30 keer in commissievergade
ringen over is gesproken. Men kan dus niet zeggen
dat het onvoldoende geprepareerd is. Er kunnen an
dere argumenten zijn die ik misschien wel kan be
grijpen maar toch niet helemaal op hun waarde kan
toetsen. De heer Crul zegt: neem die hele handel
nu maar voor kennisgeving aan, ook met het oog op
de komende verkiezingen. Wat de koppeling en con
tinuering van de sectornota's betreft zou ik het
volgende willen opmerken. De totstandkoming van
die sectornota's is zakelijk bezien van groot be
lang voor het functioneren van het gemeentebestuur
in Breda. In 1975 zijn wij begonnen, er is in 30
commissievergaderingen over gesproken, er zijn