1522
22 NOVEMBER 1977
belemmerend, zelfs ontwrichtend kan werken. Wij
moeten daar objectief en eerlijk tegenaan kijken.
Ik geloof dat deze aangelegenheden met oprechte
bedoelingen u mag daar niet aan twijfelen in
ogenschouw moet worden genomen en dat wij eerlijk
met elkaar naar de beste oplossing moeten zoeken.
Wat betreft de methodieken die daarbij worden toe
gepast weet u en aan die toezegging wordt na
tuurlijk voldaan dat de inspraaknota verschil
lende vragen openlaat die in de commissie algemene
zaken zullen worden behandeld. Het is niet alleen
een procedurekwestie, het gaat ook om de wijze
waarop en de instelling waarmee wij het doen en
het is in mijn ogen mogelijk dat wijmet de in
spraaknota, met die organisatie en met onze in
stelling, in onze stad op dit terrein iets berei
ken
De heer Ten Wolde heeft opgemerkt dat de in
spraak van de burgers vaak op details ingaat. Ik
vind dat eigenlijk niet onlogisch; het lijken wel
details, maar het zijn in ieder geval dingen die
de burger of zijn groep het meest aanspreken.
Over de bestuurlijke organisatie kan ik na
hetgeen daar de vorige week over gezegd is erg
kort zijn. Er wordt gesproken over bezinning en
consolidering, met inachtneming van de belangen
die bovengemeentelijk moeten worden behartigd.
Daarbij mogen belangen van de gemeente natuurlijk
prevaleren. Wij zitten hier om de Bredase belangen
te verdedigen, maar het is niet bij voorbaat uit
gesloten dat belangen, van de gemeente welke dat
■ook mogen zijn aan een groter belang onderge
schikt moeten worden gemaakt.
Vervolgens heeft de heer Ten Wolde opnieuw
over de vierde bestuurslaag gesproken. Ik ken zijn
opvatting en ik geloof dat vrijwel een ieder in
deze raad en op provinciaal niveau er zo over
denkt. Die vierde bestuurslaag moeten wij niet
hebben; het is een bestuurlijk monstrum en aan
rijk, provincie en gemeente hebben wij genoeg. Ik
meen dat alles in die richting wijst. De gewesten