22 NOVEMBER 1977
1523
zoals zij nu functioneren, gebaseerd op de Wet ge
meenschappelijke regelingen, zijn geen vierde be
stuurslaag. U weet dat de wetgever op het terrein
in van de gewestvorming is gestrand en het gevaar van
k de vierde bestuurslaag bestaat dus niet of nauwe
lijks. Het is naar mijn mening eigenlijk vanzelf-
e- sprekend dat, wanneer er kleinere provincies zou
den komen, de gewesten daarin zullen opgaan. Ik
geloof dus dat de gewesten, zoals zij nu functio-
ne neren, bij het vormen van nieuwe provincies zouden
n kunnen worden opgeheven.
Nog een enkele opmerking over de openbare or
de. De heer Van Duijl heeft in zijn toespraak ge
zegd dat er toch heel veel dingen zijn waardoor de
burger zich wat onveiliger gaat voelen. Ik geloof
dat dat inderdaad het geval is, maar ik wil erop
wijzen dat door onze politie en door het hoofd van
politie, voor zover hij zijn invloed en die is
nogal omvangrijk kan doen gelden, ieder belang-
1 rijk feit dat wordt aangebracht grondig wordt on
derzocht. Als wij de situatie van 1976 en 1977
voor zover dat mogelijk is vergelijken op het
terrein van diefstal, inbraak, vernieling en ge
weldpleging, dan kan er nu al van een consolidatie
maar niet meer tot 1 november van dit jaar
worden gesproken. Er zijn zelfs cijfers die met
een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
k zullen teruglopen. Het betreft onder andere de ge
en weldpleging op straat, maar ook vele andere ver
grijpen lopen enigermate terug. Ik wil daar na-
at tuurlijk niet al te optimistisch over zijn, maar
een lichte daling is zeker te constateren. U her
innert zich de motie die de heer Kramer, zaliger
gedachtenis, hier destijds heeft ingediend met be-
jn trekking tot de sterkte van de politie. Ik heb
hoop geen zekerheid dat het uitbreiden van
het politie-apparaat in Breda inderdaad zal kunnen
plaatsvinden. Ik noem nu geen getallen, ik zeg al
leen dat het er mogelijkerwijs in zit.
k Het laatste aspect in dit verband is een be-
n langrijk initiatief dat waarschijnlijk zal slagen.