1524 22 NOVEMBER 1977 Tussen de politiekorpsen hier in de buurt en dan doel ik vooral op de korpsen van gemeentepoli tie moet een samenwerking gaan ontstaan. Wij mogen verwachten dat dit binnenkort gerealiseerd gaat worden. De Politiewet staat dat toe en er zijn zelfs middelen waarmee de bijstand indien no dig kan worden bevorderd, zonder dat het hoofd van politie daar direct in wordt gekend. Dat zijn dus de mogelijkheden, rekening houdend met een lichte daling van de vergrijpen, de grote zorg van de po litie voor alles wat in onze stad gebeurt, de mo gelijke uitbreiding van het politie-apparaat en een duidelijk streven naar een samenwerkingsvorm van gemeentepolitie. Wethouder BROEDERS: Er is verschil in macht. Wij hebben gesproken over de vraag, of wij ons van achter de collegetafel of vanaf het spreekgestoel te tot u zouden richten en ik heb het onderspit moeten delven, vandaar dat ik de zware gang naar deze lessenaar heb moeten maken. U ziet mijn knik kende knieën, maar afgeschermd door de fracties van CDA en WD en overtuigd van het medeleven van de federatie van fracties omdat ik qua vooroplei ding tot één van de meest kwetsbare groepen in on ze samenleving behoor, durf ik het toch aan hier enkele van de gestelde vragen te beantwoorden. Ik doe mijn best en ik neem aan, overtuigd als ik ben van uw grote sympathie, dat wij er in het vervolg van de discussie eventueel nog nader op zullen terugkomen Allereerst het financiële gedeelte. De heer Van Duijl heeft gevraagd of het percentage van 7% respectievelijk 5,5% met betrekking tot de prijs stijging wel juist is. Niemand kan dat op dit mo ment beoordelen. Als er aanleiding toe is -- dat moet in het systeem van de begroting ingebouwd zijn moeten er onmiddellijk maatregelen worden genomen, waardoor aan de inkomstenkant een verla ging optreedt, maar dan moeten wij tegelijkertijd ook aan de uitgavenkant een verlaging toepassen omdat de uitgaven op dezelfde percentages gebaseerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1524