22 NOVEMBER 1977
1525
zijn als de inkomsten. Het gaat erom dat wij tij
dig kunnen bijstellen, zodat zowel aan de inkom
sten- als aan de uitgavenkant de verfijning
eventueel verlaging zal kunnen plaatsvinden.
Wat het streven naar de verfijning van de on
roerend goedbelasting betreft kan ik zeggen dat
wij een duidelijke voorbereiding hebben gemaakt
voor de herwaardering van panden in Breda. Wij ho
pen u het volgend jaar de resultaten van die her
waardering en de consequenties daarvan met betrek
king tot de tariefstelling te kunnen voorleggen,
waarbij u tevens zult vernemen op welke wijze de
bijzondere gevallen in Breda hergewaardeerd zullen
worden
Ik denk dat de commissie financiën het over
zicht over 1977 van de heffing van onroerend goed
belasting in vergelijkbare gemeenten heeft ontvan
gen. De onroerend goedbelasting is moeilijk verge
lijkbaar. Wat het tarief betreft staan wij op de
vierde of de vijfde plaats, wat de gemiddelde
vastgestelde waarde betreft staan wij op de twaalf
de plaats en wat de opbrengst per inwoner betreft
staan wij met de onroerend goedbelasting op de
dertiende plaats. De cijfers voor 1978 verschijnen
in december en zullen ook aan de commissie finan
ciën worden voorgelegd.
Er is gevraagd of gemeentelijke administratie
kan leiden tot simpeler informatie en adequater
materiaal voor besluitvorming. Ik moet u de illu
sie ontnemen dat deze kwestie op korte termijn zal
zijn afgerond. Het is de bedoeling dat wij met het
gemeentelijk administratiesysteem, dat een samen
hangend geheel is, twee dingen bereiken: snellere,
betere informatie naar de bedrijven toe en als dat
eenmaal afgerond is een overzichtelijke, duidelij
ke, eenvoudige het zal dan nog moeilijk genoeg
zijn presentatie in de richting van de besluit
vormende organen i.e. de raad. De heer Van Duijl
vraagt hoe het beleid met betrekking tot de Haagse
Beemden als een integraal onderdeel van het gehele
stedelijk beleid kan worden ingepast. Als die