22 NOVEMBER 1977 1527 college en raad; ik denk aan het rijksbeleid die invloed hebben op de inkomenspositie en die de raad ook met de gevolgen daarvan zullen confronte ren. Dat is het beleid dat wij als college en raad samen moeten voeren. Wat de kwestie van de compen satie van de prijsstijging betreft zitten wij zo'n beetje op hetzelfde vlak. In de nota van aanbie ding 1976 hebben wij u er al op gewezen dat het risico bestond dat die compensatie niet volledig zou worden gehonoreerd. In de nota van aanbieding 1977 hebben wij u kunnen vertellen dat een groot deel van de ongerustheid is weggenomen doordat er een volledige compensatie voor de prijsstijging 1975 is gegeven, terwijl er bovendien voor 1976 een verhoging is gekomen die op dat moment reëel kon worden vastgesteld. Iets moeilijker heb ik het met de opmerking met betrekking tot het balanceren op de grens van het toelaatbare, waarbij het putten uit de algeme ne reserve naar voren wordt gehaald. In de nota over de reserves van de gemeente Breda in 1970 wordt de functie van de algemene reserve aan de raad geëtaleerd. De vrije reserve is inzetbaar voor objecten die op een bepaald moment naar het oordeel van de raad nodig zijn, objecten die ge wenst en urgent worden geacht. Het is reëel over de hoogte van de algemene reserve te pratenmaar het besteden van de reserve voor éénmalige dus geen doorlopende zaken is financieel gezien naar mijn mening strikt verantwoord. Wij zijn voornemens de indexcijfers ook in komende jaren te blijven hanteren. De extra ver hoging die wij u voorstellen past in de afspraak met de raad in die zin, dat wij altijd gezegd heb ben op basis van de index te werken en de raad bij extra verhogingen te vragen of hij bereid is de mogelijkheden daartoe te verschaffen. Het stij gingspercentage op grond van die trend was in 1976 8,8%; het indexcijfer voor 19'77 is mij op dit mo ment nog niet bekend. Als wij iets gezegd hebben over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1527