1532 22 NOVEMBER 1977 de stad van zeer groot belang zijn en dat onder schrijven wij ook. Het gaat er alleen om dat je wat het uitgavenpatroon betreft een bepaalde ze kerheid moet hebben over de wijze, waarop je een en ander wilt gaan financieren. Nu vinden wij en dat is nu ook weer in de kop van de Veemarkt straat aan de orde dat het college het ofwel niet helemaal voorziet ofwel de zaak te rooskleu rig voorstelt, gezien de risico's die er aan vast zitten. Met betrekking tot die risico's moet je eerlijk tegen elkaar zijn. Wij hebben erop gewe zen dat in de kop van de Veemarktstraat risico's waren, maar die zijn steeds weggewuifd en dat be doelen wij met onze opmerking. Wethouder BROEDERS: Als het college de risi co's niet zou presenteren zou het tekortschieten. Ik raad u aan de besluitvorming over deze kwestie nog eens na te lezen, dat zou verhelderend kunnen werken. Noch de raad noch het college kan de ont wikkeling bijvoorbeeld op het vlak van lonen en prijzen helemaal voorzien. Ik neem aan dat mijn collega Van Dun iets over de kop van de Veemarkt straat zal zeggen. Vervolgens kom ik bij de onderwijsparagraaf. Wat CDA en WD betreft hoef ik daar niet veel over te zeggen, hoewel het ook wel eens goed is dat er wat waardering wordt uitgesproken voor hetgeen door ons college wordt gedaan. Het is wel verlei delijk uitvoerig stil te staan bij hetgeen op het terrein van het onderwijs wordt gedaan, het aan wezig zijn van mogelijkheden in de stad en de vorm geving van een en ander, maar ik meen dat dat op deze avond en gezien de tijd niet mogelijk is. Wel wil ik u wijzen op de activiteiten waar mevrouw Paulussen over spreekt en die daarmee te maken hebben. Ik geloof dat men van dit college de in druk heeft dat het niet actief en niet stimulerend op deze gebieden werkt, met name niet als het om de zwakken gaat. Ik vind de omschrijving van de zwakken in de samenleving wat eng en ik verzoek u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1532