1540
22 NOVEMBER 1977
aan, namelijk onderzoek, planning, coördinatie,
inspraak en evaluatie. In de diverse rijksbijdra
geregelingen, die reeds in werking zijn getreden
of in de nabije toekomst in werking zullen treden,
worden deze tenminste zelfs al wettelijk verplicht
gesteld. Met andere woorden: het ontwikkelingsbe
leid is de juiste aanpak om in te spelen op de de
centralisatie van het welzijnsbeleid. Wij lopen
dus helemaal niet achter, zoals mevrouw Paulussen
heeft gesuggereerd. In het gemeentelijk beleid
blijkt de prioriteit voor achterstandsituaties. Ik
heb hier nog een heel verhaal staan, maar wethou
der Broeders heeft er ook al over gesproken en ik
geloof niet dat ik zijn woorden kan verbeteren;
daarom zal ik dit gedeelte van mijn verhaal maar
overslaan.
Vervolgens kom ik bij de opmerkingen van de
heer Ten Wolde. De WD-fractie merkt op dat zij
in deze zittingsperiode verschillende malen aan
dacht heeft gevraagd voor een heroriëntatie en een
herstructurering van het welzijnswerk. Ik meen te
mogen stellen dat dit probleem in de afgelopen ja
ren de nodige aandacht heeft gehad en nóg heeft
van het college. Ik meen ook dat Breda een eind
op weg is in het realiseren van een overzichtelij
ke en doelmatige welzijnsstructuurIk zou daarbij
op het volgende willen wijzen. In de Stichting
Bejaardenwerk werkt een groot aantal instellingen
samen. Middels fusering zijn in Breda een instel
ling voor gezinsverzorging, een instelling voor
maatschappelijk werk en een kruisvereniging ont
staan, die bovendien nog goed bemand zijn ook,
zeker ten opzichte van andere steden. Via overhe
veling van het tot het OBS behorende opbouwwerk
naar de Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk is een
instelling voor opbouwwerk gerealiseerd. Op het
ogenblik is er overleg gaande tussen de sociale
dienst, de JJC, de dienst jeugd en sport en het
IMW om te komen tot één instelling voor sociaal-
cultureel werk. Tevens zal de mogelijkheid worden
onderzocht om tot een fusie van de telefonische