22 NOVEMBER 1977 1541 hulpcentrale SOS en het IMW te komen. Daarnaast kan ik wijzen op de algemene uitgangspunten in de sector-beleidsnota van de sociale dienst, te weten het stimuleren van het gebruik van algemene voor zieningen door categorale groeperingen, het reali seren van nieuwe activiteiten binnen of met behulp van bestaande instellingen, het benaderen van buurt- en wijkgerichte samenwerkingsverbanden, met name een geïntegreerde eerste lijns-hulpverlening huisarts, kruisvereniging en maatschappelijk werk het bevorderen van de vrijwillige hulp verlening. De WD verwacht niet zoveel van de POO-nota, maar veel meer van de ontwerpwet voor specifiek welzijn. Deze wet is voorlopig naar mijn mening nog verre toekomstmuziek. De algemene verwachting is dat deze wet de eerstkomende vijf jaar nog niet wordt geëffectueerd. Belangrijker dan deze wet zijn op het ogenblik naar mijn opvatting de ver schillende rijksbijdrageregelingen welke in wer king zijn getreden of op korte termijn worden afge kondigd. Deze regelingen zijn als voorloper en proeftuin van de Wet specifiek welzijn te beschou wen. De gemeenten kunnen met deze regelingen erva ring opdoen met decentralisatie c.q. met de grotere rol die zij met betrekking tot planning en vormge ving van het welzijnsveld gaan spelen. In dit ver band is het opvallend dat men een aantal in de POO-nota genoemde beleidsinstrumenten om te komen tot een planmatig en samenhangend welzijnsbeleid ziet terugkomen in de rijksbijdrageregelingen. De opmerking van de heer Ten Wolde terzake van de POO-nota deel ik derhalve niet. Integendeel, de POO-nota en de rijksbijdrageregelingen grijpen in elkaar. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de Wet specifiek welzijn en de rijksbijdrage regelingen is te komen tot een samenhangend wel zijnsbeleid. Eerder heb ik reeds opgemerkt dat dii punt al jarenlang de aandacht van ons college heef' hetgeen naar onze mening niet zonder succes is geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1541