1552 22 NOVEMBER 1977 daar straks over moeten beslissen is bekend dat er binnen Breda een zestal alternatieven voorhanden is om dat regio-ziekenhuis te huisvesten. De inspraak is een moeilijk punt. De heer Ten Wolde onderschrijft dat, wijst op de inspraaknota en memoreert het functioneren van de STAR en het projectteam Hoge Vucht. Ik wil niet verhelen dat wij met beide clubs in moeilijkheden zitten of ko men, hoewel wij op een bijzonder plezierige manier contact hebben. Het projectteam Hoge Vucht doet voortreffelijk werk; het werkt hard, het werkt veel, maar het heeft wel een "eindige" taak. De vraag is wat wij moeten doen als de besluitvorming van de raad wordt nagekomen en als wij gaan bekij ken wat er in de Hoge Vucht moet gaan gebeuren Problematisch is ook de verhouding tussen het pro jectteam Hoge Vucht, de opbouwraad en de stedebouw- kundige adviesraad. Dat zijn dingen waar wij niet zo één, twee, drie uit zijn. Het derde probleem met het projectteam Hoge Vucht is de participatie van de ambtenaren als leden van deze club. Ondanks het vele werk dat zij verrichten en ondanks de in zet die zij hebben, is dit nog geen "gefundenes Fressen" Moeilijk is het ook bij de STAR als de heer Ten Wolde die gebruikt als exponent van inspraak- problematieken en -bemoeienissen alsmede zaken die goed gaan. Het zal de raad niet onbekend zijn dat de STAR onlangs een nota heeft aangenomen, die "een STAR is nog geen inspraak" heet en waarin staat dat de STAR best wil blijven functioneren als een platform, als een klankbord voor stedebouw- kundige ontwikkelingen met een toetsingsrecht bui ten het gemeentelijk kader, maar dat de STAR ont kent aan enige vorm van inspraak te doen. Ik heb daar de best mogelijke gesprekken over met het da gelijks bestuur van de STAR, maar op basis van de ze nota en deze uitspraken neem ik aan dat college en raad zich zullen moeten herbezinnen op het functioneren van de STAR vanuit hun eigen positie. Ik maak deze opmerkingen omdat zij door de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1552