22 NOVEMBER 1977 1563 in de jaarrede van de heer Crul. De BRIM heeft een aantal fondsen en benut deze dan ook waar mogelijk voor het aantrekken van bedrijven. Het steunen van bedrijven op gemeentelijk niveau behoort zoals intussen wel is gebleken naar onze mening niet tot de gemeentelijke mogelijkheden. Over het ver schil van inzicht dat daarover bestaat is ook al in eerdere algemene beschouwingen van gedachten gewisseld. Een extra kanttekening wil ik plaatsen bij het begrip "maatschappelijk noodzakelijk". De heer Crul heeft dat niet nader uiteengezet, maar in ieder geval wil ik vast opmerken dat het mij volslagen onjuist lijkt om op enig overheidsniveau voor volwassen denkende consumenten uit te maken wat nu maatschappelijk wél en wat maatschappelijk niet noodzakelijkerwijze gepresenteerd en geprodu ceerd zou mogen worden. Het is in elk geval geen selectiecriterium dat door ons als gemeente bij de vestiging van bedrijven gehanteerd zou kunnen wor den De jeugdwerkloosheid is een groot probleem, net zoals het probleem van de oudere werklozen, de langdurig werklozen, de werkloze vrouwen en de ge wone werklozen, als ik het zo mag uitdrukken. De gemeentelijke beleidsinstrumenten zijn eigenlijk niet fijn genoeg en kunnen ook niet zo fijn worden dat wij er een beleid mee zouden kunnen voeren, dat zich direct richt op het creëren van werkgele genheid voor jeugdigen. Ik geloof dat dat gewoon niet kan en het lijkt mij dan ook veel verstandi ger daar zijn wij mee bezig de werkgelegen heid in totaliteit "op te peppen"; dan hebben alle categorieën er iets aan en dan hebben wij de alge mene problematiek ook veel duidelijker bij de kop, niet omdat wij de specifieke problematiek van de jeugdwerkloosheid niet onderkennen maar omdat wij als gemeente met een dergelijke verfijnde benade ring van de arbeidsmarkt eigenlijk niet goed op pad kunnen In de beschouwing van de heer Crul ben ik zijn activiteiten tegen uitzendbureaus niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1563