22 NOVEMBER 1977 1571 individu. Wij als overheid moeten zorg dragen voor de voorwaarde dat ieder mens dat naar zijn of haar eigen behoefte kan invullen. Het middel dat ineens tot doel wordt werp ik ver van mij af. Het is ge lukkig niet de overheid die beslist wat welzijn is; het is de overheid die duidelijk in samenspraak met alle betrokkenen de voorwaarden schept om ieder individu, met behoud van de eigen identiteit, de gelegenheid te geven tot ontwikkeling te komen. In dat verband mag best gesteld worden dat er knelpun ten zijn op het gebied van het sociaal-cultureel werk en dat één van die knelpunten bijvoorbeeld de achterstandsituatie is. Daar zullen wij aan moeten werken en daar wordt ook aan gewerkt. De lijst van mijn collega Broeders zou ik hier en nu kunnen ver dubbelen, maar ik doe het niet want overal zijn voorbeelden te zien van de wijze waarop ons colle ge daarop inspringt. Ik denk aan de ontwikkeling van het bibliotheekwerk, de integratie van het al gemeen muzikaal vormend onderwijs, het project kunstzinnige vorming op de basisscholen die met deze criteria in de hand worden geselecteerd, de ruimere taakstelling van het cultureel centrum De Beyerd inclusief de artotheek; het zijn maar een paar voorbeelden van de wijzigingen in het bestaan de beleid, gericht op het bij het proces betrekken van grotere bevolkingsgroepen uit Breda. Evenzo zijn er de subsidies aan het Filmhuis, aan de Kri tische Filmers, aan het Volkstheater en ga zo maar door. Het zijn allemaal voorbeelden in deze porte feuille die het tegendeel bewijzen van de enge op vatting, die betogen van de PvdA/PPR ons voorscho telen Ik heb al eerder gezegd dat de decentralisatie van het welzijnsbeleid een uitdaging is voor de ge meentelijke overheid, maar ook dat dit geen nieuw tijdperk is waarin wij alles nu eens anders gaan doen. Ook de financiële armslag dwingt ons te fase ren en te temporiseren en ik ben er niet zo van overtuigd dat de decentralisatie meer financiële mogelijkheden gaat geven. Dat neemt niet weg dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1571