1580 24 NOVEMBER 1977. (Middag) Hebben de fractiegenoten van de heer Van Duij1 althans in de commissie waar ik in zit niet gehoord welke tegenvoorstellen ik in het kader van de begrotingsbehandeling heb ingediend? Zij wisten wat er zou komen. De heer VAN DUIJL: Ik wil daar wel even op reageren. Inderdaad zijn in mei voorstellen inge diend. Die voorstellen en dat is ook duidelijk aan de orde gekomen in de discussie in de commis sie openbare werken waren echter niet voorzien van een financiële achtergrond. Het is naar onze mening wel buitengewoon moeilijk voorstellen te beoordelen als je daar geen financiële achtergrond bij hebt. Daar gaat het op dit moment om. Om die reden is onze fractie van mening dat geen van de wijzigingsvoorstellen kan worden geac cepteerd; het is geen slikken of stikken! Bij het horen van de algemene beschouwing van de P.P.R.- -fractievoorzitterde heer Houben, valt het op dat wij als C.D.A.-fractie blijkbaar in andere dimensies denken en oordelen dan hijHij doet Breda af met de denigrerend bedoelde kwalificaties als "pretstad""casinostad""carnavalsstad"ja zelfs "groeistad met groeistuipen"! Wat zegt dit meer dan de blikvanger op een reclame-affiche? Wij zien en denken aan een Breda waarin mensen wonen, leven en werken; mensen met verwachtingen, verdriet en geluk, met hun eigen mogelijkheden of onmoge lijkheden. Daaraan vormgeven ligt in de eerste plaats in de hand van'de mens zelf. De overheid kan en mag niet meer doen dan de voorwaarden, het kader scheppen waarin die vormgeving voor iedere mens gestalte kan krijgen. Dat is de reden waarom de vertakkingen en structuren van de overheid als een steeds dichter net uitgroeien en als het ware als een web over het hele menselijk gebeuren heen liggen. Het leven snijdt dieper dan de verdeling van de samenleving in kansarmen en "die anderen". Het valt ons op dat de heer Houben zijn zorgen wel wil uitstrekken tot de bewoner van de derde wereld,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1580