1586 24 NOVEMBER 1977.
(Middag)
De heer TEN WOLDE: Daarover wordt in de lande
lijke politiek beslist en niet in deze gemeente
raad!
Mevrouw PAULUSSEN: Er wordt ook in de lande
lijke politiek over beslist maar in deze gemeente
raad kunnen wij aan diverse onderdelen op eigen
verantwoordelijkheid wat doen. Wij hebben daar de
zer dagen al diverse keren met elkaar over gespro
ken en wij zullen er nog op terugkomen, want het
zijn dingen die per se een rol in deze raad spelen
De wethouder heeft antwoord gegeven op mijn
vraag over het sociaal-culturele werk. Inderdaad
is er een verbetering te constateren in de com
municatie met de instellingen in het kader van de
rijksbijdrageregeling, maar de inspraakregeling
die de raad volgens de rijksbijdrageregeling moet
vaststellen is er nog niet; zij moet echter niet
halverwege de rit komen en ook niet achteraf. Ik
kom dan nog even terug op de inschakeling van
raadsleden. Ook zij moeten in dit nieuwe beslis-
sings-beleidsproces meegroeien en meedenken, want
straks moeten zij beslissingen nemen.
Wat de keuze voor de achtergesteldende so
ciaal zwakkeren in de samenleving betreft hebben
wij op geen enkele wijze beweerd dat het een al
leenvertoningsrecht van de federatie van fracties
is. Bovendien zouden wij niet over een alleenver
toningsrecht willen praten en die woorden zijn dan
ook voor rekening van de heer Van Duijl. Het is
niet voldoende om in antwoord daarop te zeggen:
kijk, wij hebben activiteiten en er zijn voorzie
ningen voor de burgers van Breda waarvan ook de
sociaal zwakkeren, de achtergestelden een graantje
meepikken. Dat is niet de bedoeling, want de erva
ring leert ons dat juist die groepen er dan heel
bekaaid van af komen, dat de zwakkeren dan juist
niet "aan de bak komen". Wethouder Broeders zegt
dat de schooladvies- en -begeleidingsdienst een
aantal dingen doet voor onderwijs in achterstand
situaties. Wij erkennen dat en wij hebben het ook