24 NOVEMBER 1977. 1589
(Middag)
niet goed geluisterd. Ik heb namelijk niet gespro
ken over de financiën die op dit moment in de be
groting rondom een aantal educatieve voorzienin
gen voorhanden zijn, maar ik heb uitdrukkelijk
gezegd dat wij geen post in het kader van de
rijksbijdrageregeling hebben gevonden terwijl
door het rijk inderdaad mogelijkheden voor nieuwe
experimenten zijn geschapen; dat was het punt wat
ik ook verder heb uitgewerkt.
Wat de keuze voor de kansarmen in totaliteit
betreft nog even het volgende. Ik heb zoëven al
gezegd dat het noemen van algemene activiteiten
niet voldoende is doch dat er een uitdrukkelijke
keuze zal moeten worden gemaakt. Het is zelfs
niet voldoende dat je extra mogelijkheden en voor
zieningen schept in het kader van een inhaalbe-
leid voor die groepen; neen, je zult de maatschap
pelijke achterstelling uitdrukkelijk met maatre
gelen moeten doorbreken, maar daarvoor moet je
ze eerst signaleren en onderkennen.
De heer EISSENS: Wil mevrouw Paulussen aange
ven waar die achterstand ophoudt? Waar ligt dan
de norm? Tot hoe ver wil zij gaan?
Mevrouw PAULUSSEN: Aan het inhalen van de
achterstand zijn wij nog niet eens begonnen, maar
wij zullen de mogelijkheden moeten scheppen om
de mensen op een gegeven moment zelf de achter
stand te laten wegwerken. Wij zijn er nog lang
niet aan begonnen en wij zullen nog heel veel
moeten doen. Wij zullen naar andere verhoudingen,
andere eisen en een andere inrichting van de sa
menleving toe moeten, anders zullen wij de achter
standsituaties nooit kunnen opheffen.
De heer EISSENS: Er zullen altijd achter
standsituaties zijn, het hangt er maar net vanaf
waar je de norm legt! De vraag is waar u die norm
legt. Wilt u naar een volledige nivellering?